bs 3.5 Variatie in genotypen

Programma
Inleveren PO
Terugblik
uitleg bs 3.5 - Variatie in genotypen
opdrachten maken
afsluiting


Let op: Toets is op papier (pen meenemen)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
Inleveren PO
Terugblik
uitleg bs 3.5 - Variatie in genotypen
opdrachten maken
afsluiting


Let op: Toets is op papier (pen meenemen)

Slide 1 - Slide

Hoeveel allelen van een gen zitten er in een lichaamscel?
A
46
B
23
C
2
D
1

Slide 2 - Quiz

hoeveel allelen van een gen zitten er in een eicel of in een zaadcel?
A
46
B
23
C
2
D
1

Slide 3 - Quiz

Een gen in de maagwand zet aan tot aanmaak van een enzym pepsinogeen. dit wordt door maagzuur omgezet in pepsine. Pepsine maakt een begin aan de vertering van eiwitten.

Is dat gen ook aanwezig in cel van de lever?

Slide 4 - Open question

Basisstof 5 Variatie in genotypen

Slide 5 - Slide

Leerdoelen basisstof 5 Variatie in genotypen
3.5.1 Je kunt beschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
3.5.2 Je kunt omschrijven wat een mutatie is en je kunt omschrijven hoe kanker ontstaat.

Variatie zie je bij mensen, maar ook bij dieren en planten. En dat maakt de wereld een stuk kleurrijker.

Slide 6 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
  • Versmelten van twee geslachtscellen (eicel+zaadcel)
  • Door reductiedeling bevatten geslachtcellen verschillende allelen
  • Afhankelijk van toeval
  • Genotype van ouders is verschillend van de nakomelingen
  • Variatie in genotype dus!

Slide 7 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
  • Een deel van het organisme groeit uit tot een nieuw individu
  • Stekken, knollen, weefselkweek, wortelstokken
  • Groei vindt plaats door mitose
  • Genotype van ouder is gelijk aan de nakomelingen 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Mutatie
= Een plotselinge verandering van het genotype

Voorbeeld: 
Een individu van wie een gemuteerd gen tot uiting komt in het fenotype = mutant

 

Slide 10 - Slide

In lichaamscellen
  • Als een mutatie optreedt in één lichaamscel heeft dit meestal geen gevolgen
  • Het genotype van alle andere lichaamscellen blijft hetzelfde

Slide 11 - Slide

In geslachtscellen
  • Kan dit wel grote uitwerking hebben
  • Als betrokken bij bevruchting
  • Elke lichaamscel van de nakomeling bevat dan het gemuteerde gen

Slide 12 - Slide

Albino/ albinisme
  • Een mutatie (verandering) in het gen voor pigment in je huid haren veroorzaakt albinisme. 
  • Albino --> geen pigment aanmaken en de huid en haren zijn helemaal kleurloos.

  • Iemand met albinisme noem je een mutant.

Slide 13 - Slide

Albinisme en pigmentmutatie

Slide 14 - Slide

Albinisme ontstaat al
in geslachtscel

Slide 15 - Slide

Mutagene invloeden
= Stralingen en chemische stoffen (dus van buitenaf!) die invloed hebben op mutaties
  • Radioactieve straling
  • Röntgenstraling
  • Ultraviolette straling
Chemische stoffen:
  • Sigarettenrook
  • Asbest

Slide 16 - Slide

Ontstaan van kanker 
(bestudeer de afbeelding)

  • Ergens in het lichaam gaat een cel ongeremd delen
  • Oorzaak: door mutatie veranderen cel eigenschappen (geen stop)
  • Er ontstaat een gezwel en de bouw van het weefsel wordt verstoord


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Opdracht
Lezen 3.5 Variatie in genotypen en maken de opdrachten 5 tm. 8


Klaar? Maak vast een samenvatting


timer
15:00

Slide 19 - Slide

afsluiting
-Je kunt beschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat. 
- Je kunt omschrijven wat een mutatie is en je kunt omschrijven hoe kanker ontstaat. 

Slide 20 - Slide

Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen...
A
variatie in genotype en fenotype
B
variatie in genotype maar gelijk fenotype
C
hetzelfde fenotype en een ander genotype
D
allemaal hetzelfde genotype en fenotype

Slide 21 - Quiz

Bij welke soort cellen heeft een mutatie het grootste gevolg?
A
1 lichaamscel
B
1 geslachtscel

Slide 22 - Quiz

Waarom moet een kwaadaardige tumor altijd worden behandeld.

Slide 23 - Open question

Wanneer een kweker alleen maar ongeslachtelijke voortplanting toe past in zijn kassen, wat zal dan het effect zijn op het genotype van de gewassen? En welk effect op het fenotype?

Slide 24 - Open question