26 november 2020

2H2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2H2

Slide 1 - Slide

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag:
Maken: 10 & 11
Leren: vocabulaire AB, être, avoir, faire, aller 
Maken/doen voor de volgende les: 
In werkboek: 13 & 14 
Tekstboek: Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:
Chapitre 2: vocabulaire AB, être, avoir, faire, aller, regelmatige ww vervoegen
Programme d'aujourd'hui:
(Programma van vandaag)
Corriger ex. 10 & 11
Grammaire C
Ex. 13 & 14 bespreken

Slide 2 - Slide

Corriger ex. 10, 11
Klaar? Lees alvast opdracht 13 en 14 en probeer ze te maken. (= hw)
10a
1. makkelijk
2. adviezen
3. beweeg
4. verslaafd
5. laat
6. slecht
10b
toujours - ne ... jamais
jour - nuit
bien - mal
malade - en pleine forme
de bonne humeur - de mauvaise humeur
11a
Je suis bien dans ma peau: 
- je prends trois repas par jour
- je fais du sport
- je suis de bonne humeur
- je dors bien

Je suis mal dans ma peau: 
- je mange trop de sucre
- je me couche tard
- je dors mal
- je suis de mauvaise humeur

Slide 3 - Slide

rr
  • Filmpje Grandes Lignes
  • Samen kijken naar ex. 13 & 14

  • Filmpje Grandes Lignes
  • Maak opdracht 13 & 14
  • Zoek moeilijke woorden op in de woordenlijst achterin je tekstboek


Klaar? 
Leren: Vocabulaire AB

Je mag ook doorwerken in je werkboek


Slide 4 - Slide

Vul in: comment / quand / où / pourquoi / combien / qui / quoi

1. ______ est-ce que tu vas en vacances cet été? En France.
2. ___________ fait-on des crêpes? J'ai besoin d'une recette.
3. ___________ coûte cette jupe? 29 euros.
4. ___________ le film commence-t-il? À 9 heures.
5. ________ est ton meilleur ami ? Pierre.
6. ____________ de cigarettes par jour fumez-vous ? A peu près un paquet.
7. ___________ vont-ils s'épouser ? L’année prochaine.
8. Bonjour, ___________ vas-tu aujourd'hui? Ça va bien, merci.
9. __________ trouves-tu mes poèmes? Touchants.
10. __________ est-ce que tu reviens de Toronto ? Dans trois jours.

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Vocabulaire B

Slide 6 - Slide

Filmpje "C'est quoi, le tunnel sous la Manche?"

Pak een schrift
1e keer kijken (zonder geluid): schrijf op waar het filmpje over gaat
2e keer kijken (met geluid): vragen beantwoorden

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

4

Slide 9 - Video

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag:
Maken: -
Leren: vocabulaire AB, être, avoir, faire, aller 
Maken/doen voor de volgende les: 
In werkboek: 13 & 14
Tekstboek: Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:
Chapitre 2: vocabulaire AB, être, avoir, faire, aller, regelmatige ww vervoegen
Programme d'aujourd'hui:
(Programma van vandaag)
Grammaire C
Ex. 13 & 14 bespreken

Slide 10 - Slide

00:23
François Mitterand was in 1986 de .... van Frankrijk
A
koning
B
prins
C
president
D
hertog

Slide 11 - Quiz

00:34
In hoeveel tijd kun je door de tunnel nu van Frankrijk naar Engeland?
A
15 minutes
B
25 minutes
C
35 minutes
D
45 minutes

Slide 12 - Quiz

00:51
Hoeveel meter ligt de tunnel onder het water?
A
10 meter
B
20 meter
C
30 meter
D
40 meter

Slide 13 - Quiz

01:24
De Eurostar vervoert goederen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz