Les 1 kwaliteitenreflectie

LOB les kwaliteitenreflectie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LOB les kwaliteitenreflectie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen les 
Aan het einde van de les kun je vertellen:

  1. wat talenten, passie en kwaliteiten zijn;
  2. hoe je jouw kwaliteiten kunt ontdekken;
  3. wat jouw kernkwaliteit is.

Slide 2 - Slide

Leg de volgende begrippen uit:
1. talent, 2. kwaliteit en 3. passie

Slide 3 - Open question

Verschil in begrippen
Talent

Kwaliteit.  

Passie.
 



Slide 4 - Slide

Talent
Een eigenschap die je van nature hebt: een natuurlijke kwaliteit. 

Talenten geven je niet alleen plezier in je werk, maar ook de kans om je te onderscheiden van anderen. Bijv: een prachtige stem en gemakkelijk contact leggen met andere mensen.

Slide 5 - Slide

Kwaliteit
Een positieve of sterke eigenschap die bij jou hoort en die je misschien niet van nature bezit, maar die je hebt ontwikkeld.

Het is iets wat jij goed kunt of goed doet. Bijv. zorgvuldigheid (omdat je altijd op tijd bent en alleen afzegt als je écht niet kunt). Jouw belangrijkste kwaliteit is je kernkwaliteit.

Slide 6 - Slide

Passie
 Je doet iets heel graag en hebt daar veel voor over. 

Slide 7 - Slide

Kwaliteitenreflectie
Waar gaat deze competentie over?
  1. Ontdekken waar je goed in bent, zodat je dit kunt gebruiken in je studie en je toekomstige werk;
  2. Ontdekken welke kwaliteiten je nog beter kunt ontwikkelen;
  3. Onderzoeken welke kwaliteiten nodig zijn voor het beroep waarvoor je wordt opgeleid. 

Slide 8 - Slide

Persoonlijke eigenschappen & kwaliteiten:
Aanpassingsvermogen, Aanwezig,Accuraat, Ambitieus, Analytisch, Assertief, Avontuurlijk, Bedachtzaam, Behoedzaam, Behulpzaam, Belangstellend, Bescheiden, Betrouwbaar, Bondig, Communicatief, Concurrerend, Confronteren, Consequent, Creatief, Daadkrachtig, Dapper, Degelijk, Diplomatiek, Direct, Discipline, Doelgericht, Doortastend, Eenvoudig, Eerlijk, Eigenzinnig, Empathie, Enthousiast, Ernstig, Evenwichtig, Flexibel, Formeel, Gedreven, Geduldig, Gehoorzaam, Gereserveerd, Gevoelig, Gul, Hartelijk, Hardnekkig, Helpen, Hoffelijk, Humor, IJverig, Improvisatie, Impulsief, Initiatief, Inlevingsvermogen, Inspirerend, Krachtig, Kritisch, Lef, Leiden, Loyaal, Losheid, Luisteren, Meewerken, Meelevendheid, Nieuwsgierig, Nauwkeurig, Net, Nuchter, Objectief, Onafhankelijk, Onbaatzuchtig, Ongedwongen, Openhartig, Optimistisch, Ordelijk, Overtuigend, Pragmatisch, Procedureel, Realistisch, Relaxed, Ruimdenkend, Rustig, Scherpzinnig, Sceptisch, Serieus, Snel, Spaarzaam,  Spontaan, Spraakzaam, Standvastig, Stijlvol, Stil, Stipt, Streng, Tactvol, Teamspeler, Temperamentvol, Veeleisend, Verantwoordelijk, Verdraagzaam, Volgzaam, Voorzichtig, Vriendelijk, Vrijgevig, Vrolijk, Weloverwogen, Wilskrachtig, Zakelijk, Zelfredzaam, Zelfstandig, Zelfverzekerd, Zorgvuldig, Zorgeloos, Zorgzaam.

Slide 9 - Slide

Niet-kwaliteiten
Wispelturig / met alle winden meewaaien, Opdringerig, Pietje precies, Veeleisend, Gevoelsarm, Agressief, Risicovol, Aarzelend, Te voorzichtig, Te conservatief, Opoffering, Opdringerig, Onzichtbaar, Gewoon, Ongenuanceerd / te weinig details, Teveel praten / weinig ruimte laten voor anderen, Overheersend, Kwetsen, Star, Chaotisch, Drammerig, Overmoedig, Vastgeroest, Voorzichtig / geen eigen mening, Bot, Brutaal, Arrogant, Hardnekkig, Simpel / onbenullig, Braaf, Onbereikbaar / Geen rekening houden met anderen, Teveel inleven in de gevoelens van anderen, Impulsief, Onverbiddelijk / te serieus, Eentonig, Chaotisch, Star, Fanatiek, Passief, Slaafs, Afstandelijk, Sentimenteel, Verkwistend, Overdreven, Fanatiek, Opdringen, Vleierig, Ironie, Fanatiek, Chaos, Ongeremd, Haantje de voorste, Te empathisch / het gevoel van de ander overnemen, Overheersend, Agressief, Achterdochtig, Onvoorzichtig, Domineren, Onderdanig, Chaotisch, Passief zijn, Jaknikker ,Medelijden, Opdringerig ,Perfectionistisch, Smetteloos, Afstandelijk, Geen mening, Afstandelijk, Filantropisch, Lui, Te open zodat er misbruik gemaakt kan worden, Naïef, Smetteloos, Opdringend, Slordig, Pietje precies, Onverschillig, Passief, Grenzeloos, Verlegen, Kwetsend, Wantrouwend, Saai, Ongeduldig, Krenterig, Impulsief, Niet luisteren, Star, Over elegant, Onbenaderbaar / gesloten / verlegen, Te punctueel, Dogmatisch / kwetsend, Geen stelling nemen, Onopvallend, Heetgebakerd, Drammerig, Overbelast raken / geen nee kunnen zeggen, Conflict vermijdend, Meelopen, Ontwijkend, Braaf, Grenzeloos, Manisch, Twijfelen, Koppig, Afstandelijk, Kluizenaar, Einzelgänger, Arrogant, Pietluttig, Roekeloos, Betuttelend

Slide 10 - Slide

Opdracht in de groep
  1. Zet in je pitchfolio welke kwaliteit en welke 'niet-kwaliteit' bij jou hoort.
  2. De docent noteert de kwaliteit en niet-kwaliteit in de kolom, maar zet jouw naam er niet bij. 
  3. Als je een voorbeeld nodig hebt van kwaliteiten kun je het document 'Voorbeeld van persoonlijke kwaliteiten' erbij nemen.
  4. Je beweegt je door de groep en probeert te raden welke kwaliteit en welke niet-kwaliteit bij iemand horen. 
  5. Na tien minuten is de tijd voorbij.



Slide 11 - Slide

Opdracht in de groep
  1. Zet in je pitchfolio welke kwaliteit en welke 'niet-kwaliteit' bij jou hoort.
  2. De docent noteert de kwaliteit en niet-kwaliteit in de kolom, maar zet jouw naam er niet bij. 
  3. Als je een voorbeeld nodig hebt van kwaliteiten kun je het document 'Voorbeeld van persoonlijke kwaliteiten' erbij nemen.
  4. Je krijgt een kopie van de ingevulde lijst (zonder namen) van je docent.
  5. Je beweegt je door de groep en probeert te raden welke kwaliteit en welke niet-kwaliteit bij iemand horen. 
  6. Als je studiegenoot aangeeft dat je antwoord klopt, vul je zijn naam in en heb je een punt gescoord.
  7. Na tien minuten is de tijd voorbij. Wie heeft de meeste punten verzameld?



Slide 12 - Slide

Opdracht 2  Kwaliteitenreflectie
Beantwoord voor jezelf de volgende vragen - 10 min
  1. Hoe kun je je kwaliteiten ontdekken?
  2. Wat is jouw kernkwaliteit? 
  3. Hoe heb je dat ontdekt?
  4. Wanneer laat je deze kwaliteit zien? / Wanneer ben jij op je best?
  5. Wie zou je kunnen vragen voor feedback over je kwaliteiten?
  6. Wat zou je dan kunnen vragen? (later in deze periode ga je deze vragen stellen)

Bespreek de antwoorden met degene die naast je zit - 10 min
De ander vraagt door om meer duidelijkheid te krijgen en jij scherpt je antwoorden vervolgens aan. 

Slide 13 - Slide

Wat is het belangrijkste dat ik in deze les heb geleerd?

Slide 14 - Open question

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll