5.2 Chromosomen en genen

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 5.2 Chromosomen en genen
1.
Lesopening
2. 
Lesdoelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 5.2 Chromosomen en genen
1.
Lesopening
2. 
Lesdoelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je werkboek van biologie op tafel en laat deze nog even dicht op tafel liggen. 


Huiswerk controle:
5.1 opdracht 1 t/m 9

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert;
- kun je benoemen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtskenmerken; 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie. 
Je maakt zelfstandig 5.2 opdracht 1 t/m 9 op blz. 113/119. 
Krystian & Jessica

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jochem & Gijs

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jamie, Niek & Jaysen

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Wat is een ander woord voor eicel en zaadcel?

Slide 6 - Open question

Chromosomen komen voor in paren. Hoeveel paren chromosomen heeft een mens?
A
24
B
23
C
40
D
46

Slide 7 - Quiz

Wat is het geslachtschromosoom in een eicel?
A
X
B
Y

Slide 8 - Quiz

Wat is het geslachtschromosoom in een zaadcel?
A
Y
B
X
C
X of een Y
D
XX

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 5.2 opdracht 1 t/m 9 op blz 113 t/m 119

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Slide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 11 - Slide

Paren
Een mens heeft 46 chromosomen. 
Chromosomen komen altijd voor in paren. Een mens heeft 23 paren chromosomen in een celkern. 
--> Dus in alle lichaamscellen. 


Slide 12 - Slide

Eicellen en zaadcellen zijn geslachtscellen. In de kernen van geslachtscellen komen die chromosomen niet in paren voor, maar enkelvoudig. 

Slide 13 - Slide

Bevruchting

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Van elk chromosomenpaar is er één chromosoom afkomstig van de vader en één chromosoom afkomstig van de moeder. 




Slide 14 - Slide

Geslachtschromosomen in lichaamscellen
Geslachtschromosomen
  • X- chromosoom
  • Y- chromosoom

Deze chromosomen bepalen of je een man of vrouw
bent. 
XX = vrouw
XY = man
XX
XY

Slide 15 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Jochem & Gijs: jullie gaan zelfstandig 5.2 opdracht 1 t/m 9 op blz 113 t/m 119 Lees goed de stukjes tekst. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jamie, Niek & Jaysen (of had je alle vragen in de mini-check fout?): 
Wij maken samen opdracht 1.

Slide 16 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest de theorie van paragraaf 5.2. Hierna maak je opdracht 1 t/m 9 op blz 113 t/m 119.


Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Plusopdracht 10 maken en Samenhang maken op blz. 120/121.
3. Leren voor biologie
 
timer
1:00

Slide 17 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen waar je moeite mee had?

Evaluatie lesdoelen: 
- kun je beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert?
- kun je benoemen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtskenmerken?

Slide 18 - Slide

8. Huiswerk en toetsen
Huiswerk:
Donderdag 21 maart
5.2 opdracht 1 t/m 9
Toetsen:

Slide 19 - Slide