Basisstof 6 Zwangerschap en geboorte

Thema 5
Relaties en Seksualiteit
BS 1 Je verandert
BS 2 Het voortplantingsstelsel van een man
BS 3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw
BS 4 Menstruatie
BS 5 Relaties
BS 6 Zwangerschap en Geboorte
BS 7 Veilig vrijen
BS 8 Chlamydia en hiv
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 5
Relaties en Seksualiteit
BS 1 Je verandert
BS 2 Het voortplantingsstelsel van een man
BS 3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw
BS 4 Menstruatie
BS 5 Relaties
BS 6 Zwangerschap en Geboorte
BS 7 Veilig vrijen
BS 8 Chlamydia en hiv

Slide 1 - Slide

Herhaling (1)
Er bestaan twee typen relaties: zakelijke (met een docent of de bakker en later op je werk je collega's) en persoonlijke:  deze relaties hebben vooral te maken met gevoelens, je voelt je veilig en vertrouwt elkaar. Voorbeelden zijn je vrienden en ouders, zussen & broers. 

Slide 2 - Slide

Herhaling (2)
In de puberteit wordt seksualiteit belangrijker voor je. Seksualiteit heeft te maken met alles wat je voelt en doet met je eigen lichaam en dat van een ander. Daarbij kun je een speciaal (opgewonden) gevoel bij jezelf of de ander veroorzaken. 
Je kunt seks hebben om verschillende redenen, zie slide 3.

Slide 3 - Slide

Herhaling (3)
Je kunt seksuele handelingen met iemand doen omdat je een speciale relatie met die persoon hebt.
Geslachtsgemeenschap om voort te planten (kinderen te krijgen). Ook om opgewonden te raken (lust).
Voor lustbeleving is er porno (meestal niet echt vrouwvriendelijk!) en zijn er sekswerkers.

Slide 4 - Slide

Herhaling (4)
De meeste mensen hebben heteroseksuele gevoelens: vallen op iemand van het ander geslacht. Je kunt ook homoseksuele gevoelens hebben (je valt op iemand van hetzelfde geslacht), biseksueel: je valt op beide geslachten. 
Er zijn nog meer typen: aseksueel, panseksueel etc.

Slide 5 - Slide

Herhaling (5)
In een relatie is het belangrijkste: je moet het allebei willen!!!  Geef je grenzen aan, zeg NEE en respecteer elkaars grenzen (en ga daar niet overheen).
In een goede relatie voel je je veilig, is er geen dwang en is er sprake van gelijkwaardigheid.

Slide 6 - Slide

Herhaling (6)
Als iemand je dwingt tot seksueel contact: seksueel geweld dus, wordt je misbruikt. Het is bij wet verboden.
Er zijn: incest (bekende van de familie/familielid), ongewenste intimiteiten (bijvoorbeeld billenknijpen), aanranding en verkrachting (beide seksuele handelingen onder dwang en bij de laatste ook seks).
Ten slotte zijn er nog loverboys en girls.
Praat er over met een vertouwd persoon, blijf er niet mee rondlopen als het jou overkomt!!!

Slide 7 - Slide

6. Geboorte
Na de bevruchting van de eicel door een zaadcel (in de eileider) gaat deze bevruchte eicel zich delen. Hierdoor ontstaat er een klompje cellen. 5 tot 7 dagen na de ovulatie (op dag 19 t/m 21 van de menstruatiecyclus) zal het klompje cellen zich innestelen in het baarmoederslijmvlies. 

Slide 8 - Slide

Op de afbeelding zie je de innesteling, het baarmoederslijmvlies blijft dik en de vrouw zal geen menstruatie meer hebben. Ze is zwanger. Haar baarmoederslijmvlies blijft in totaal ongeveer 42 weken (9 maanden) zo dik. 

Slide 9 - Slide

Zwanger (1)
grotere borsten, miselijk 

Slide 10 - Slide

Zwanger (2)
Een zwangerschapstest meet een hormoon in je urine, die veel wordt aangemaakt in de eerste weken van de zwangerschap. Het kruisje betekent dat de test werkt, het streepje rechts ernaast dat je zwanger bent.

Slide 11 - Slide

Zwanger (3)
Het kindje wat zich in de baarmoeder ontwikkelt noem je embryo, en deze krijgt de eerste weken voeding van het baarmoederslijmvlies. Op de echo foto hiernaast zie je een zwart gat (baarmoederholte/vruchtwater) met erin een klein embryootje.  Iemand is hier 5 weken zwanger ongeveer. 

Slide 12 - Slide

Zwanger (4)
De eerste echo die meestal gemaakt wordt, is rond de 8 weken zwangerschap. Hier zie je de echo foto met als eerste de lengte: bijna 2 cm lang , onderaan de uitgerekende datum: wanneer het kindje vermoedelijk geboren gaat worden (20 maart '14).

Slide 13 - Slide

Zwanger (5)
Er wordt met 12 weken zwangerschap en met 20 weken zwangerschap nog een echo gemaakt, om te kijken of het embryo goed groeit en alle organen zich goed ontwikkelen. Je kunt op de foto's rechts (12 weken) al goed een hoofdje herkennen, onderaan een hoofdje met handje ervoor.

Slide 14 - Slide

Zwanger (6)
De echo's met 8, 12 en 20 weken gebeuren bijna altijd. Ouders kunnen ook kiezen voor een "pret" echo, 
deze hebben wij bijna aan het einde van de zwangerschap laten maken. Je kunt al zo goed een gezichtje zien!

Slide 15 - Slide

Placenta
Na een aantal weken zwangerschap krijgt het embryo voeding en zuurstof van de placenta of moederkoek. De placenta is een orgaan van de baby en zit tegen de baarmoederwand aan. Bloed van de moeder en baby stroomt vlak langs elkaar, zoals je in de afbeelding kunt zien, maar vermengt niet! Het houdt gelukkig een hoop giftige stofjes tegen. 
De baby krijgt voedingsstoffen en zuurstof en geeft afvalstoffen af via de navelstreng. Wel schadelijke stoffen zoals alcohol en nicotine kunnen hier helaas door!

Slide 16 - Slide

Vruchtvliezen
Om het embryo liggen twee vruchtvliezen, daarbinnen zit een vloeistof: vruchtwater, waar het embryo in drijft. 
Gelukkig maar, want het vruchtwater beschermt de baby tegen stoten, uitdroging en wisselende temperaturen. De baby kan zich ook goed hierin bewegen.

Slide 17 - Slide

Melkklieren
Je kunt een zwangerschap aan de grotere borsten merken, dit komt omdat de melkklieren zich tijdens de zwangerschap ontwikkelen. Hierin wordt de melk gemaakt tijdens de borstvoeding, die uit de tepel komt. 

Je ziet in deze afbeelding ook hoe groot een kindje is wat bijna geboren kan worden, zie hoe het drukt op de blaas (gele zak onder het hoofdje) en darmen en longen! 

Slide 18 - Slide

Bevalling (2)
De samentrekkingen van de baarmoederwand en buikwand doen zeer. Het is het beste als de vrouw rustig blijft (ademen) zodat de bevalling goed kan verlopen. 
Soms ligt een kindje in stuit (verkeerdom, 
in de kleine afbeelding zelfs overdwars) of is er om een andere reden een keizersnede nodig. 
Op de afbeelding rechts zie je twee billen, schaamlippen en de eerste poep (zwart bolletje uit de anus) tijdens een keizersnede.

Slide 19 - Slide

Bevalling (3)
Na de geboorte wordt na een tijdje de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt: er ontstaat daarna een navel. 
De longen van de baby waren gevuld met vruchtwater maar door de persweeën is dat eruit en begint het kindje gelijk te huilen: de longen 
werken, het kindje ademt nu zelf! 

Slide 20 - Slide

Nageboorte
Wat je nooit ziet op tv of in films: nadat het kindje geboren is beginnen er weer weeën te komen: de placenta moet nog geboren worden!
Op de afbeelding hiernaast zie je de placenta/moederkoek met daaraan nog de vruchtvliezen en navelstreng.

In het filmpje hierna zie je een baby wat via een keizersnede met vruchtvliezen en al is geboren!

Slide 21 - Slide

Nageboorte
Wat je nooit ziet op tv of in films: nadat het kindje geboren is beginnen er weer weeën te komen: de placenta moet nog geboren worden!

Op de afbeelding hiernaast zie je de placenta/moederkoek met daaraan nog de vruchtvliezen en navelstreng.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Bevalling (1)
Na ongeveer 9 maanden zwangerschap wordt het kindje geboren. De baby komt bij de bevalling uit de vagina van de vrouw. De spieren in de baarmoederwand gaan zich samentrekken: weeën. De baarmoedermond gaat 10 cm open (ontsluiting) zodat het hoofdje er makkelijker door kan. Daarna gaan ook de spieren van de buikwand samentrekken: de persweën. Het kindje wordt naar buiten geperst. Als laatste moet de placenta of nageboorte nog geboren worden.

Slide 24 - Slide

Afsluiting
Ten slotte nog 3 filmpje over zwangerschap, bevallen en de placenta, daarna staat het huiswerk voor deze les, een aantal vragen en de samenvatting van deze basisstof. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link

Zet de juiste onderdelen achter de nummers.
Vruchtvliezen
Placenta
Vagina
Embryo
Baarmoederwand
Navelstreng
Vruchtwater

Slide 30 - Drag question

Omschrijving
Lichaamsdeel
Als deze samentrekken, wordt het kindje bijna geboren.
Deze 2 delen beschermen het embryo tegen stoten, uitdroging en temperatuurswisselingen.
Dit deel zorgt de eerste weken van de zwangerschap voor de voeding van het embryo.
Hierin vinden bij een mens de eerste delingen van de bevruchte eicel plaats.
Soort litteken op de plek waar de navelstreng heeft vastgezeten.
Via dit deel krijgt het embryo voedingsstoffen uit het bloed van de moeder.
Vul de tabel in met de woorden rechts.
Baarmoederslijmvlies
Eileider
Navel
Placenta
Spieren in de buikwand
Vruchtvliezen en
vruchtwater

Slide 31 - Drag question

Huiswerk
- Lees in je tekstboek bladzijde 50 t/m 52. (M:  159 t/m 165, van boek 2a)
- Maak opdracht 27 t/m 31 in je werkboek, of de opdrachten in de ELO van Biologie en Verzorging voor Jou. (M:  26 t/m 32).
- Stuur een foto van jouw gemaakte werk.
Maak nog eerst de volgende opdrachtjes in Lessonup en lees eventueel de samenvatting door.

Slide 32 - Slide

Samenvatting
Tijdens de zwangerschap, vindt er bij een vrouw geen menstruatie plaats en ontwikkelen de melkklieren in de borsten zich (de borsten worden daardoor groter).
Het kindje in de baarmoeder wordt een embryo genoemd, in de eerste weken van de zwangerschap zorgt het baarmoederslijmvlies voor de voeding van het kindje, daarna de placenta.

Slide 33 - Slide

Samenvatting
De placenta (moederkoek) is het deel van de baarmoederwand waar bloed in bloedvaten van het embryo vlak langs het bloed van de moeder stroomt.
- Voedingsstoffen gaan zo van het bloed van de moeder naar het bloed van het embryo.
- Afvalstoffen gaan van het bloed van het embryo naar het bloed van de moeder.

Slide 34 - Slide

Samenvatting
Het embryo ontvangt voedingsstoffen en zuurstof van de placenta via de navelstreng. 
Het embryo wordt ten slotte nog beschermd door twee vruchtvliezen en vruchtwater. Het beschermd tegen stoten, uitdroging en tegen wisseling van temperatuur. In het vruchtwater kan het embryo zich makkelijk bewegen.

Slide 35 - Slide