intro les kader 4

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wie ben ik?
Mevrouw Hagedoorn


Wie ben ik?
Mevrouw Hagedoorn

Slide 3 - Slide

Economie klas 4
  • Wie zijn jullie?
  • Hoe vonden jullie de economielessen vorig jaar?
  • Wat zou je graag anders willen?/ Wat vind je moeilijk?
  • Wat verwacht je van dit jaar?
  • Dit jaar 3 uur economie per week
  • PTA

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 1 
Hoe consumeer jij?

1.1 Je moet keuzes maken 

Slide 9 - Slide

Wat bedoelen we met behoeften bij het vak economie?
A
Naar de WC moeten
B
Wat je wil of nodig hebt
C
Wat je niet kan krijgen
D
Dorst hebben

Slide 10 - Quiz

Primaire behoeften zijn ...
A
Noodzakelijke behoeften
B
Luxe behoeften
C
Secundaire behoeften
D
Quartaire behoeften

Slide 11 - Quiz

Secundaire behoeften zijn:
A
Playstation4
B
Brood
C
Trui
D
iPhone

Slide 12 - Quiz

Behoeften
Primaire behoeften 
De noodzakelijke behoeften zoals voeding, kleding en woonruimte.

Secundaire behoeften
Alle overige behoeften die je hebt om je leven aangenamer te maken.

Slide 13 - Slide

Middelen 
Alles waarmee je in je behoeften kunt voorzien, zoals tijd en geld, heten middelen.

Slide 14 - Slide

Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Slide 15 - Quiz

Prioriteiten
Vaak heb je meer behoeften dan middelen. Daarom moet je prioriteiten stellen:
kiezen welke behoeften voor jou belangrijk zijn en welke minder belangrijk.

Als je kiest voor het één betekent dat automatisch dat je het ander niet meer kunt doen.

Slide 16 - Slide

Schaars
Omdat je meestal onvoldoende middelen hebt om in al je behoeften te voorzien, moet je keuzes maken. Schaars betekent dat er (productie)middelen zijn opgeofferd om het product te maken.
Voor schaarse goederen betaal je een prijs.
Daar staan vrije goederen, zoals zon(licht), zeewater, wind of de vrije natuur tegenover. Je kunt er gebruik van maken zonder ervoor te betalen.

Slide 17 - Slide

Is kraanwater een economisch schaars product?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Wat is geen schaars goed?
A
brood
B
auto
C
zonlicht
D
geld

Slide 19 - Quiz

Zelfvoorziening
Als je meer tijd hebt, kun je meer behoeften vervullen zonder iets te kopen. Dat heet zelfvoorziening. Je produceert dan zelf wat nodig is.

Slide 20 - Slide

Jente eet tomaten uit haar eigen tuin. Hier is sprake van ...
A
Consumeren
B
Zelfvoorziening

Slide 21 - Quiz

Manieren om je behoeften te vervullen
Er zijn verschillende manieren om in je behoeften te voorzien:
  • kopen van goederen en diensten
  • zelfvoorziening
  • gebruikmaken van collectieve voorzieningen
  • gebruikmaken van natuurlijke hulpbronnen

Slide 22 - Slide