Beinvloedingstheorien

6.1 Beinvloedingstheorien 
3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.1 Beinvloedingstheorien 
3

Slide 1 - Slide

Injectienaaldtheorie
Hoe werkt het?

  • Het medium is als een injectienaald die het publiek volspuit met bepaalde ideeën
  • Publiek neemt vaak klakkeloos over (manipulatie en indoctrinatie)

Slide 2 - Slide



Manipulatie


  • De situatie in een reclame is natuurlijk niet zoals die in het echt is.  Er is sprake van manipulatie.
  • Manipulatie = Feiten worden met opzet weggelaten of veranderd.

Slide 3 - Slide

Indoctrinatie

Slide 4 - Slide

De agendatheorie
De media bepalen niet wát mensen denken, maar eerder waaróver zij denken en met elkaar praten. Media zetten onderwerpen op je "denkagenda".

Slide 5 - Slide

Selectieve perceptie
(perceptie = waarneming)
selectieve perceptie = dat iemand bewust of onbewust keuzes maakt bij het waarnemen.

Selectieve perceptie zorgt ervoor dat je een keuze maakt:  Hier kijk ik wél naar en hier kijk ik niet naar...

Bijvoorbeeld: iemand die uiterlijk belangrijk vindt kijkt anders naar The Voice dan iemand die zelf zingt en dat heel belangrijk vind.

Slide 6 - Slide

Referentiekader - Normen - Verwachtingen

Slide 7 - Slide

2. De Framingtheorie
Gaat ervanuit dat de media invloed op je heeft doordat ze een onderwerp op een bepaalde manier belichten. Het gaat dan om beeldvorming en dat bepaalt hoe je over je iets gaat denken.

Slide 8 - Slide

kaderen door de media
brainwashing?

Slide 9 - Slide

De mensen praten nog lang na over de laatste uitzending van
'Boer zoekt vrouw'.
A
Injectienaaldtheorie
B
Selectieve perceptie
C
Agendatheorie
D
Framingtheorie

Slide 10 - Quiz

Ik volg het nieuws alleen via insta; zo zie ik tenminste niet al die bullshit.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Selectieve perceptie
D
Framingtheorie

Slide 11 - Quiz

Injectienaaldtheorie
Framingtheorie
Agendatheorie
Theorie van de selectieve perceptie
"De tv bepaalt over welke actuele onderwerpen we praten."
"De tv bepaalt op welke manier we over actuele onderwerpen praten." 
"Wanneer iemand iets op tv ziet neemt hij dat een op een over"
"Iedereen kijkt tv vanuit zijn eigen referentiekader."

Slide 12 - Drag question

"Media bepalen over welke onderwerpen de mensen en politici praten."

Welke beïnvloedingstheorie zegt dit?

A
Injectienaaldtheorie
B
De framingtheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
De agenda theorie

Slide 13 - Quiz

Wat is manipulatie?
A
stiekem reclame maken op youtube
B
steeds dezelfde boodschap herhalen
C
feiten met opzet weglaten of veranderen

Slide 14 - Quiz

Als een staat voortdurend negatief over een bepaald volk praat dan is dit een voorbeeld van
A
Indoctrinatie
B
Censuur

Slide 15 - Quiz

Welke theorie past bij 'manipulatie' en 'indoctrinatie' ?
Welke theorie past bij 'manipulatie' en 'indoctrinatie' ?
A
Injectienaaldtheorie
B
Selectieve perceptietheorie
C
Agendatheorie
D
Framingtheorie

Slide 16 - Quiz

Wat is censuur?
A
gevaarlijke foto's op internet
B
Het is verboden om bepaalde informatie te delen.
C
Reclames voor producten.
D
Kritische vragen over de informatie.

Slide 17 - Quiz