Instellings Examen schrijven 2F les 1

Lesdoelen
  • Bespreken van het CE
  • Inhoud Examen Schrijven bespreken 
  • 2.1 Langere teksten schrijven- schrijven Nu Nederlands- klassikaal
  • 2.1 Langere teksten schrijven- Nu Nederlands- individueel
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Bespreken van het CE
  • Inhoud Examen Schrijven bespreken 
  • 2.1 Langere teksten schrijven- schrijven Nu Nederlands- klassikaal
  • 2.1 Langere teksten schrijven- Nu Nederlands- individueel

Slide 1 - Slide

Examen Schrijven
Het examen schrijven op niveau 2F bestaat uit 1 of 2 opdrachten, je hebt hiervoor 90 minuten de tijd. het examen schrijven kan bestaan uit de volgende schrijftaken: 
  • een brief of een e-mail schrijven 
  • een artikel of een verslag schrijven
  • een korte tekst schrijven met een praktisch doel, zoals een advertentie of een flyer


Slide 2 - Slide

Examenopdracht
In de examenopdracht staat wat er van je wordt verwacht. Kijk dus goed wat voor soorten teksten je moet schrijven, wat het doel van die teksten is en aan welke eisen de inhoud moet voldoen. 

Slide 3 - Slide

Beoordeling
Je schrijfexamen wordt beoordeeld op taalniveau 2F. De volgende punten worden beoordeeld:
  • samenhang
  • afstemming op doel
  • afstemming op publiek
  • woordgebruik en woordenschat
  • grammatica, spelling en leestekens

Slide 4 - Slide

Voorbereiding Schrijfexamen
Ter voorbereiding op het schrijfexamen gaan we de komende weken:
  • Hoofdstuk 2 en 3 van Nu Nederlands maken (zelfstandig)
  • Klassikale opdrachten maken
  • Examenopdrachten maken (zelfstandig en klassikaal)

Slide 5 - Slide

Inleiding
In de inleiding maak je het doel van je brief duidelijk. 

Slide 6 - Slide

Middenstuk/kern
  • Na de inleiding volgt het middenstuk.
  • De belangrijkste informatie zet je in het middenstuk.
  • Het middenstuk bestaat uit meerdere alinea's.
  • Plaats witregels tussen de alinea's en eventueel passende tussenkopjes boven de tekst.

Slide 7 - Slide

Slot
  • Middenstuk geschreven? Nu volgt het slot.
  • Het slot bevat geen nieuwe informatie. Herhaal het belangrijkste uit de tekst.
  • Het slot bevat bv een conclusie, advies of vooruitblik.
  • Door het slot wordt het verhaal mooi rond.

Slide 8 - Slide

Wat schrijf je in de kern (middenstuk)?
A
De inhoud van je verslag
B
Een herhaling van de inleiding
C
Wat de lezer kan verwachten

Slide 9 - Quiz

In het slot
A
wordt het belangrijkste uit een tekst herhaald
B
staat de meeste informatie
C
maak je kennis met het onderwerp van een tekst

Slide 10 - Quiz

In de inleiding.....
A
vertel je iets over jezelf
B
vertel je iets over je deelvragen
C
vertel je iets over je onderwerp
D
schrijf je de titel

Slide 11 - Quiz

Schrijven langere tekst
Bij het schrijven van langere teksten doorloop je drie fasen:
Fase 1. Voorbereiding:
  • Kies een onderwerp dat niet te breed is maar ook niet te beperkt 
  • Kies de tekstsoort die past bij jouw doel en publiek
  • Verzamel betrouwbare bronnen op internet. Noem direct waar je de informatie hebt gevonden
  • Maak een schrijfplan waarin de opbouw van je tekst (inleiding, middenstuk, slot), de deelonderwerpen en de korte inhoud pas alinea staan

Slide 12 - Slide

Schrijven langere tekst 
Fase 2 Uitvoering: 
  • Schrijf op basis van je schrijfplan een eerste versie van je tekst
  • Zoek, als dat nodig is, de informatie die je nog mist
  • Herschrijf je tekst tot je tevreden bent over de inhoud

Slide 13 - Slide

Schrijven langere tekst
Fase 3 Afronding:
  • Lees je tekst goed door en verbeter je taalfouten
  • Zorg voor een passende en duidelijke lay-out
  • Controleer je tekst nog 1 keer en haal de laatste foutjes eruit

Slide 14 - Slide

Je krijgt de opdracht een tekst te schrijven over gezond eten. Welk onderwerp is daarvoor het minst geschikt?
A
Invloed van suiker op de gezondheid
B
Populariteit van superfoods
C
Voeding van prehistorie tot nu
D
Werking van verschillende diëten

Slide 15 - Quiz

Je gaat een tekst schrijven over een onderwerp dat met het verkeer te maken heeft. Jij vindt dat we in Nederland veel te hard morgen rijden op de snelweg. Door goede argumenten te verzinnen, hoop je medestudenten te overtuigen van je mening. Welke tekstsoort past het beste bij deze opdracht?
A
advertentie
B
betoog
C
informatief artikel
D
recensie

Slide 16 - Quiz

Je krijgt de opdracht een tekst te schrijven over je stagebedrijf. De tekst is bedoeld om andere studenten uitleg te geven over de branche, de geschiedenis van het bedrijf en de werkzaamheden. Welke tekstsoort pas het beste?
A
advertentie
B
betoog
C
informatief artikel
D
instructie

Slide 17 - Quiz

Zelfstandig werken
  • Opdracht 1 en 2 hebben we net klassikaal behandeld
  • Opdracht 3 maken, deze bespreken we straks klassikaal
  • Extra opdracht 1 maken: korte zakelijke brief schrijven- inleveren voor 22 april (verplichte opdracht)

Slide 18 - Slide