Weet je het nog?
Hoe gaat het met jou vandaag?
Ik heb stress voor de les.
ik ben moe.
Ik ben ziek.
Ik ben blij.
1 / 7
Items in this lesson
Hoe gaat het met jou vandaag?
Ik heb stress voor de les.
ik ben moe.
Ik ben ziek.
Ik ben blij.
Slide 1 - Poll
A
Uit welk land kom jij?
B
Welke land kom jij?
Slide 2 - Quiz
A
Wanneer geboren jij?
B
Wanneer ben jij geboren?
Slide 3 - Quiz
Wat is een ja/neen-vraag?
A
Heb jij kinderen?
B
Hoeveel kinderen heb jij?
Slide 4 - Quiz
A
Waar woont jij?
B
Waar woon jij?
Slide 5 - Quiz
Maak een ja/neen-vraag.
Slide 6 - Open question
Stel een juiste vraag (met vraagwoord)
