This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
BS3 en BS4: Weefsels & Cellen
Slide 2 - Slide
Les-opzet
korte introductie (wie ben ik)
uitleg/theorie weefsels
Theorie/uitleg Microscoop
zelf werken met de microscoop
opruimen
afsluiting
Slide 3 - Slide
Wie ben ik
Jeroen Schuphof
Slide 4 - Slide
Weefsels
Cellen die hetzelfde zijn en samenwerken noem je een weefsel.
Organen bestaan uit verschillende weefsels.
Denk aan bijvoorbeeld je oog.Bestaat uit: lens weefsel. Iris weefsel, oogwit weefsel, en de binnenkant ook nog weefsels.
Slide 5 - Slide
Organisatieniveau
Cel - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme
Slide 6 - Slide
Organisatieniveaus
Slide 7 - Slide
weefsels
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel.
bijvoorbeeld de botcellen samen vormen het botweefsel.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
weefsels samen
Organen bestaan uit verschillende weefsels
Weefsels werken samen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Cellen, hoe zien ze eruit?
De vorm van een cel heeft te maken met zijn functie
Slide 13 - Slide
Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.
Alles wat leeft bestaat uit cellen.
Er zijn veel verschillende cellen.
Jij bestaat uit wel 30 biljoen cellen!
Slide 14 - Slide
Microscopie
Lesdoel:
leren werken met een microscoop cellen herkennen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Microscoop
Microscoop onderdelen
Slide 17 - Slide
zie je boek,
pagina 137/140
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Werk op het tekenblad alleen met potlood (liefst HB).
· Maak GROTE tekeningen.
· Schets eerst met een dunne lijn de omtrek en dan de details. Niet te hard op je potlood drukken.
· Daarna maak je de lijnen duidelijker en strakker, waarna je de schetslijnen uitgumt.
· Niet kleuren of arceren.
· De dikte van een onderdeel wordt door twee lijnen aangegeven en niet door een lijn dikker te maken.
· Teken precies wat je ZIET en niet wat je volgens het boek zou moeten zien.
Teken-regels
Slide 21 - Slide
Cellen
Alle organismen bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme. Cellen zijn erg klein. Je kunt ze alleen zien onder een microscoop. Cellen zijn doorzichtig. Om ze goed te kunnen zien onder een microscoop, worden ze gekleurd.
Slide 22 - Slide
weefsels in planten
Ook een blaadje bestaat uit meerdere weefsels!
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Hoe ga je te werk
Individueel pak je een microscoop
je pakt een potlood en papier (tekenen wat je ziet)
je bekijkt twee verschillende haren
je bekijkt een letter (wat zie je/valt je op?)
je maakt een preparaat van waterpest
Vragen? steek je hand op, niet lopen
timer
45:00
Slide 25 - Slide
Leerdoelen
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.
je kunt werken met een miscroscoop
Slide 26 - Slide
Ik heb de leerdoelen van deze les onder de knie
😒🙁😐🙂😃
Slide 27 - Poll
Wat vind je lastig? Waar zou je meer over willen weten?