Quiz syndromen en gedragsstoornissen

Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk in de begeleiding voor cliënten met AD(H)D?
A
Niet teveel aandacht geven
B
Voor regelmaat zorgen
C
Voldoende fysieke afstand houden
D
Strenge regels opstellen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

ADHD betekent:
*Altijd Door Het Dolle
*Attention Deficit Hyperactivity Disorder
*Alle Dagen Heel Druk
A
Altijd Door Het Dolle
B
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
C
Alle Dagen Heel Druk

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Eerst doen voordat je nadenkt, is een kenmerk van AD(H)D
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Kinderen met AD(H)D worden niet goed opgevoed!
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

AD(H)D gaat vanzelf over als je volwassen bent
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

''Een deel de van mensen met ODD hebben na hun 18e levensjaar weinig tot geen kenmerken meer''

A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

CD komt vaker voor bij jongens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

CD komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Vaak is het zo dat in de kindertijd ODD voorkomt en later door foute vrienden of het criminele circuit dat op kan lopen richting CD.

Op grond van buitenlands onderzoek wordt in de 'Richtlijn Oppositioneel-Opstandige gedragsstoornis (ODD) en normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD) bij kinderen en jongeren' (2013) de prevalentie van ODD geschat op 3 procent bij jeugd van 4-18 jaar. De prevalentie voor CD wordt geschat op 2 procent bij dezelfde leeftijdsgroep.
ODD komt vaker voor bij jongens dan meisjes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

ODD komt net zo vaak voor bij meisjes als bij jongens.

Op grond van buitenlands onderzoek wordt in de 'Richtlijn Oppositioneel-Opstandige gedragsstoornis (ODD) en normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD) bij kinderen en jongeren' (2013) de prevalentie van ODD geschat op 3 procent bij jeugd van 4-18 jaar. De prevalentie voor CD wordt geschat op 2 procent bij dezelfde leeftijdsgroep.
Omgaan met ODD
A
Praatje geen plaatje
B
Structuur nodig
C
Vaste plekken
D
Veilige ruimte bieden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een baby met FAS heeft een kleiner schedel met meer groeven in vergelijking met een gezonde baby.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het wordt aangeraden om een kind met FAS speciaal onderwijs aan te bieden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions