This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
3.3 Geloven en weten
Slide 1 - Slide
Planning
- Introductie
- Leerdoelen
- Uitleg
- Leerdoelen
- Afsluiting
Slide 2 - Slide
In deze paragraaf leer je…
- hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken
- welke culturele eenheid er was onder de Grieken
- hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
De Grieken hadden een polytheïstische godsdienst
Goden hadden een menselijk uiterlijk en eigenschappen (boos, verdrietig, jaloezie etc)
Slide 5 - Slide
Zeus: oppergod en god van de donder en bliksem
Athene: godin van de strijd kunst en wijsheid
Aphrodite: godin van de liefde
Ares: god van de oorlog
Artemis: godin van de jacht
Demeter: godin van de oogst
Hades: god van de onderwereld
Hera: godin van het huwelijk
Poseidon: god van de zee
Slide 6 - Slide
Zeus
Athene
Slide 7 - Slide
Artemis
Poseidon
Slide 8 - Slide
Mythen
Goden zorgden voor natuurverschijnselen, die in mythen worden uitgelegd
Ook voorspoed en tegenspoed kwam door de goden
Daarom brachten de Grieken offers en bouwden ze tempels. Offers legden ze op een altaar
Asclepius: god van de genezing
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Orakel van Delphi
Slide 11 - Slide
Culture eenheid
- Barbaren
- Grieken waren wel een eenheid: dezelfde taal en schrift dezelfde goden
- Mythen, sagen (heldenverhalen) en legenden (wonderlijke verhalen)
- Homerus: Ilias en Odyssee
- Zo’n lang verhalend gedicht noemen we een epos
Slide 12 - Slide
Vanaf 6e eeuw v.C. waren er Grieken die de mythische verklaring voor verschijnselen niet meer geloofden. Met verstand uitzoeken hoe dingen in elkaar zaten.
Filosofen/ filosofie
Slide 13 - Slide
Hippocratus: ziektes hadden geen goddelijke, maar biologische oorzaak
Herodotus: ‘vader van de geschiedschrijving’
Pythagoras: wiskundige en natuurkundige stellingen
Socrates: zoektocht naar de waarheid → stelde veel vragen
Slide 14 - Slide
Plato: leerling van Socrates: vroeg zich af hoe je het beste aan kennis kon komen (kijken of nadenken), stichtte de Academie (voorloper universiteit)
399 v.C. aangeklaagd: “Socrates pleegt onrecht door de goden die de stad vereert niet te vereren en door nieuwe goddelijke wezens te introduceren; voorts pleegt hij onrecht door zijn slechte invloed op de jeugd. De geëiste strafmaat: de dood.”
Hij had een kritische houding tegenover de democratie
Gifbeker in het bijzijn van zijn leerlingen
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
In deze paragraaf leer je…
- hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken
- welke culturele eenheid er was onder de Grieken
- hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken