2: Crisis, ellende en schaamte

2. Crisis, ellende en schaamte 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2. Crisis, ellende en schaamte 

Slide 1 - Slide

Vragen
Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is de sociale kwestie?
2. Wat is een nachtwakersstaat?
3. Wie wilde deze nachtwakersstaat hebben? 
4. Wat wilde de jong-liberalen?
5. Wat vonden de confessionelen van de situatie van de arbeider?

Slide 2 - Slide

Antwoorden
1. De sociale kwestie in Nederland (1870-1918) is het sociale vraagstuk over de slechte leef –en werkomstandigheden van arbeiders. De sociale kwestie was een gevolg van de industriële revolutie en leidde tot de eerste vormen van sociale wetgeving, nu kenmerkend voor onze verzorgingsstaat.
2.  Is een staat waarbij de overheid, die zo weinig mogelijk met de burgers van een staat bemoeit. De idee van een nachtswakersstaat is afkomstig uit het liberalisme.
3. De liberalen
4. Overheid moet wel wat doen aan de armoede. Wetten tegen uitbuiting van arbeiders
5. Werkgevers en werknemers moeten er samen uitkomen (zonder ruzie)

Slide 3 - Slide

Crisis in de wereld
  • 1929: Beurskrach in Amerika --> Aandelen niets meer waard 
  • Mensen hadden door dat prijs van aandelen niet klopte met werkelijke waar van de aandelen --> snel verkocht, iedereen deed dit. --> Snelle koersdaling in een keer. 
  • Veel schulden --> geen geld meer om uit te geven
  • Veel bedrijven failliet --> Ook Europese landen hadden hier last van 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lees: Hulp aan werklozen op p15
Beantwoord de volgende vragen: 
  1. Op welke manieren kwamen gezinnen in de problemen?
  2. Wat is steunuitkering? 
  3. Wie ontving deze steun?
  4. Waarom moesten werklozen een stempel ophalen?
  5. Wat zijn werkverschaffingsprojecten?
  6. Noem een voorbeeld van zo'n werkverschaffingsproject. 

Slide 6 - Slide

Vernedering 
  • Extra steun door kleding te 'lenen' waar stempel in stond 
  • 1931 Crisis Comité opgericht: werklozen krijgen kleding etc. 
  • Waar geld vandaan? de rijke burgers 
  • Elke aanvraag werd gecontroleerd 

Lees bron 20 op P. 16

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Aanpassingspolitiek
  • Ook overheid minder geld uitgeven, want minder belasting 
  • Salarissen ambtenaren + steunuitkering + loon werkverschaffingsprojecten verlaagd
  • Regering 1934 onder Colijn: aanpassingspolitiek -> niet meer uitgeven dan binnenkomt 
  • Doelen maatregelen: NL producten goedkoper maken + schulden overheid niet groter maken 

Slide 9 - Slide

Aanpassingspolitiek
  • Paar protesten tegen de maatregelen, merendeel vertrouwen in Colijn 
  • Maar problemen werden niet minder: export nam niet toe. 
  • Waarom? iedereen eigen munt, in andere landen: waarde munt omlaag --> NL producten duurder
  • Kritiek op  regering nam toe

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Veranderende opvattingen
  • SDAP 1935: Plan van Arbeid  --> regering geld investeren om werkloosheid en de crisis te bestrijden
  • Meer werkverschaffingsprojecten + hogere lonen = meer geld te besteden = goed voor economie 
  • Er kwam echter weinig van --> SDAP niet in regering 
  • 1939 start van de Tweede Wereldoorlog --> NSDAP/NSB: via sterke leider problemen oplossen. 

Slide 12 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Paragraaf 2:
Opdracht 2, 4,  5 , 6, 9, 13, 14 

Eerder klaar?
Heb je alles van paragraaf 1 al af? 
2 t/m 4 
8 & 9 & 11 
13 t/m 15  & 19

Slide 13 - Slide

Herhaling
Wat is de Beurskrach?
Wat is steunuitkering? 
Wat zijn werkverschaffingsprojecten?
Wat is de aanpassingspolitiek? 
Wat is het Plan van Arbeid? 
Hoe dacht de NSDAP/NSB over het oplossen van de crisis? 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video