2F ch3 semaine 9 2024

Préparation
Log in op lessonup.app                                 

Sur la table
-chromebook
-cahier d'activités 
-stylo
-weekplanner
timer
2:00
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Préparation
Log in op lessonup.app                                 

Sur la table
-chromebook
-cahier d'activités 
-stylo
-weekplanner
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Chapitre 3

Slide 2 - Slide

semaine 9

  • Ik kan een gesprek voeren in een winkel
  • Ik weet hoe ik de (e)au(x) en de ou uitspreek
  • Ik kan de getallen t/m 1000 verstaan
  • ik kan het aanwijzend voornaamwoord gebruiken


Slide 3 - Slide

p.82

Slide 4 - Slide

Nombres
20 = vingt
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante

Slide 5 - Slide

soixante-trois

Slide 6 - Open question

Chapitre 3 Blok C
Boek open p. 108


OU spreek je uit als oe (als in moet)

je trouve 
Il coute combien

Slide 7 - Slide

Chapitre 3 Blok C
Boek open p. 108


au / aux / eau /eaux spreek je uit als

bureau
au centre commercial
restaurant

Slide 8 - Slide

Phrases-clés A         R
p. 108

Slide 9 - Slide

Phrases-clés A         R
  • On va en ville, ce weekend?
  • Gaan we dit weekend naar de stad?

Slide 10 - Slide

Phrases-clés A         R
  • Oui, je veux acheter un jean.
  • Ja, ik wil een spijkerbroek kopen

Slide 11 - Slide

Phrases-clés A         R
  • Comment tu trouves ce jean?
  • Hoe vind je deze spijkerbroek?

Slide 12 - Slide

Phrases-clés A         R

  • Pas mal
  • Niet slecht/leuk

Slide 13 - Slide

Phrases-clés A         R
  • Il est beau 
  • Hij is mooi   

Slide 14 - Slide

Phrases-clés A         R
  • Comment tu trouves ce jean?
  • Hoe vind je deze spijkerbroek?
  • Pas mal
  • Niet slecht/leuk
  • Il est beau
  • Hij is mooi

Slide 15 - Slide

Phrases-clés B         R
  • Il coute combien?
  • Hoeveel kost hij?
  • Trente euros
  • Dertig euro

Slide 16 - Slide

Phrases-clés B         R
  • Tu fais quelle taille?
  • Welke maat heb je?
  • Du M
  • M

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

 blok D
p. 110
deze
die
dit 
dat



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

de getallen
de getallen 0 t/m 69
in het Frans

Slide 21 - Slide

dix-sept
A
3
B
14
C
18
D
17

Slide 22 - Quiz

quarante-deux
A
52
B
63
C
14
D
42

Slide 23 - Quiz

cinquante-six

Slide 24 - Open question

35
A
trente-cinq
B
quarante-cinq
C
cinaquante-trois
D
soixante-cinq

Slide 25 - Quiz

cinquante-neuf
A
95
B
15
C
49
D
59

Slide 26 - Quiz

quatre-vingt-dix-neuf
A
88
B
99
C
79
D
89

Slide 27 - Quiz

77
A
soixante-sept
B
dix-sept
C
quatre-vingt-sept
D
soixante-dix-sept

Slide 28 - Quiz

p. 106 + los blad

Slide 29 - Slide


10 = dix
20 = vingt
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante
70 = soixante-dix (70+10)

80 = quatre-vingt   (4x20 )

90 = quatre-vingt-dix
               (4x20 + 10)

100 = cent


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

six cents cinquante
A
165
B
650
C
65
D
600

Slide 33 - Quiz

neuf cents trente
A
930
B
900
C
190
D
99

Slide 34 - Quiz

deux cents vingt-cinq

Slide 35 - Open question

Chapitre 3
Toetsweek (week 11)
SO chapitre 3
L: ch3 voca A,B (p. 128) phrases-clés C (p.130)
getallen 0 t/m 1000 (los blad en filmpjes in Teams) 

Meenemen: chromebook + pen


 

Slide 36 - Slide

Chapitre 3
Devoirs mercredi le 9 mars

M: blok C online (alle spreekopdrachten doen we in de klas)
Herh: voca A, B
Herh: getallen t/m 1000 = minitest 



 





Nu:
L: voca A, B / oefenen met getallen 

Slide 37 - Slide

semaine 10

  • Ik kan een gesprek voeren in een winkel
  • Ik weet hoe ik de (e)au(x) en de ou uitspreek
  • Ik kan de getallen t/m 1000 verstaan


Slide 38 - Slide