H6 Elektriciteit 2425 mavo 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H6: elektriciteit

Ga naar LessonUp 

en voer de code in!

H6 Elektriciteit

1. uitleg spanningsbronnen
2. Starten met de opgaven van §6.1

H6 elektriciteit

H6 Elektriciteit

Aan het einde van deze paragraaf kan je ...

• uitleggen wat een spanningsbron is;
• aangeven of een apparaat werkt wanneer je het op een bepaalde spanning aansluit; 
• de spanning op een voltmeter aflezen.

§6.1 spanningsbronnen

Spanningsbronnen

Een spanningsbron zorgt voor de energie die elektrische apparaten nodig hebben. 

Spannings-bronnen hebben niet allemaal dezelfde spanning.

Spanning U in volt (V)

Stroomsterkte

De hoeveelheid lading dat per seconde een 

bepaald punt in de 

stroomkring passeert.

Spanning in volt

U (V)

stopcontact in NL
U = 230 V

Aansluiten op een te hoge spanning

https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/1290/Superspoel

Kan je een apparaat wel op een te lage spanning aansluiten?

Spanning meet je met een voltmeter.

U = 4,5 V

De spanning is ...

1. 27 V
2. 13,5 V
3. 2,7 V

De spanning is ...

1. 25 V
2. 12,5 V
3. 2,5 V

§6.1 opgave 1 t/m 8 en 11 

Maken 

H6: elektriciteit

Ga naar LessonUp 

en voer de code in!

Welkom 2mtB

Zit rustig volgens de plattegrond, pak je boek, doe je jas uit en wacht in stilte tot dat we kunnen beginnen. Wanneer de timer afgaat moet je klaar zijn, zo niet ben je te laat. 

Startopdracht

Schrijf 3 spanningsbronnen op. 

1.........................

2.......................

3........................

H6 Elektriciteit

1. uitleg spanningsbronnen
2. Starten met de opgaven van §6.1

H6 elektriciteit

H6 Elektriciteit

Aan het einde van deze paragraaf kan je ...

• uitleggen wat een spanningsbron is;
• aangeven of een apparaat werkt wanneer je het op een bepaalde spanning aansluit; 
• de spanning op een voltmeter aflezen.

§6.1 spanningsbronnen

Wat is stroom?

• Stoffen bestaan uit kleine deeltjes,
• deze bevatten elektronen. 
• Door bewegende elektronen kunnen apparaten aan.

spanning(u)

spanning is hoeveel energie er doorgegeven wordt aan de apparaten. Dit meten we in volt(v)

Batterij heeft 1,5 v dit geeft aan hoeveel spanning een baterij heeft. 

Stroomsterkte

De hoeveelheid lading dat per seconde een 

bepaald punt in de 

stroomkring passeert.

Spanning in volt

U (V)

stopcontact in NL
U = 230 V

Spanning meet je met een voltmeter.

De spanning is ...

1. 27 V
2. 13,5 V
3. 2,7 V

De spanning is ...

1. 25 V
2. 12,5 V
3. 2,5 V

Serie en parallel

Oefening 

§6.1 opgave 12,13,14,18,19,20

Waar: blz 68

H6: elektriciteit

Ga naar LessonUp 

en voer de code in!

Welkom 2mtB

Zit rustig volgens de plattegrond, pak je boek, doe je jas uit en wacht in stilte tot dat we kunnen beginnen. Wanneer de timer afgaat moet je klaar zijn, zo niet ben je telaat. 

Lesdoelen 6.2 

Aan het einde van de les kun je:

1. Uitleggen wat een spanningsbron is met behulp van voorbeelden;

2. Symbool van spanning kunnen vertellen

3.Eenheid van spanning kunnen aangeven

4. Het verschil tussen geleiders en isolatoren noemen

Wat is de functie van een spanningsbron?

1. Zorgt voor suiker
2. Levert elektrische energie aan apparaten

Welke van de 6 zijn spanningsbronnen?

De symbool voor spanning is..

1. T
2. U

Eenheid van spanning is volt

1. Waar
2. Niet waar

6.2 stroomkringen

Om een elektrisch apparaat te laten werken sluit je deze met een snoer aan op een spanningsbron.

Er gaat een elektrische stroom lopen.

De elektrische stroom transporteert de elektrische energie naar het apparaat.

De elektrische stroom loopt van de pluspool naar de minpool van

  de spanningsbron. 

Het lampje brandt, omdat er stroom doorheen gaat. De elektrische stroom gaat in een kringetje rond. Je zegt: er is een gesloten stroomkring. 

6.2 stroomkringen

Schakelingen tekenen

Schakelschema met symbolen

Om een tekening te maken van een schakeling gebruik je symbolen.

Een eenvoudige tekening van een schakeling noem je een schakelschema.

6.2 stroomkringen

Schakeling

Uitleg Symbolen

Met een schakelaar kun je de stroomkring openen of sluiten.

Er zijn drukschakelaars (deurbel)

en aan/uit schakelaars (lamp/tv).

6.2 stroomkringen

Geleiders en isolatoren.

Voorbeelden van geleiders zijn:

Koper                 zilver

ijzer                    lood

Staal                  zink

Nikkel                 brons

Goud              koolstof

Een geleider is een stof die een elektrische stroom goed doorlaat.

6.2 stroomkringen

Geleiders en isolatoren.

Voorbeelden van isolatoren zijn:

Hout            steen

Plastic         kurk

Papier         marmer

Glas            perspex

Rubber        zuiver water

Een isolator is een stof die elektrische stroom niet doorlaat.

6.2 stroomkringen

Ampere meter

Aan de slag 

Maken 6.1

§6.1 opgave 12,13,14,18,19,20

§6.2 opgave 25 t/m 28. 34,35,38 t/m 40

Blz 78-79, 66-69

Welke stof is een geleider

1. zuiver water
2. koolstof
3. plastic
4. papier

Wat voor soort stroomkring zie je hier?

1. Open stroomkring
2. Gesloten stroomkring

Wanneer kan stroom lopen?

1. Bij een open stroomkring
2. Bij een gesloten stroomkring
3. Bij een gesloten én een open stroomkring
4. Weet ik niet