3.4 + 3.5

Telefoontas
Telefoon vandaag niet zichtbaar. 
Tijdens de theorieles op dinsdag mag je telefoon ook in je eigen tas. 

Muziek mag tijdens het zelfstandig werken.
Gang mag tijdens het zelfstandig werken.
1 / 48
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Telefoontas
Telefoon vandaag niet zichtbaar. 
Tijdens de theorieles op dinsdag mag je telefoon ook in je eigen tas. 

Muziek mag tijdens het zelfstandig werken.
Gang mag tijdens het zelfstandig werken.

Slide 1 - Slide

Opbouw les
3.5: hoeken berekenen met sin, cos en tan
51 t/m 55
3.4: hellingspercentage
46 t/m 49
3.6: hoeken berekenen
59 t/m 63 
Vrijdag kun je de opdrachten nog afmaken. Dit is de weektaak.

Slide 2 - Slide

Welkom
Paragraaf 3.4 en 3.5

Slide 3 - Slide

Stappenplan
1: Is er een rechthoekige driehoek? (of kun je deze zelf maken)
2: Kun je de hoekensom gebruiken?
3: Vul SOA in
4: Welke hoek wil je berekenen?
5: Gebruik het SHIFT knopje op de rekenmachine
6: Graden rond je af op helen. 

Slide 4 - Slide

1. vul SOA in

Slide 5 - Slide

2. Welke hoek wil je weten?

Slide 6 - Slide

3. Gebruik je SIN, COS of TAN?
SOS 
 
CAS

TOA 

Slide 7 - Slide

4. Vul de formule in
SOS 
 
CAS

TOA 
Cos hoek M = 6 : 8

Slide 8 - Slide

5. Bij een hoek gebruik je SHIFT

Slide 9 - Slide

6. Een hoek rond je af op hele graden



SHIFT COS (6 : 8) = 41 graden

Slide 10 - Slide

SOS CAS TOA

Slide 11 - Slide

Een hoek berekenen
Je vult het stappenplan in
 AB   12 cm
O   BC    5 cm
A   AC 

Je weet de overstaande en de schuine zijde. 
SOS CAS TOA
Dan kies je dus voor Sin.

Sin A = 5 : 12 
Bij een hoek gebruik je SHIFT. Sin -1 (5:12) = 25 graden




Slide 12 - Slide

Bereken hoek P

Slide 13 - Slide

Bereken hoek R

Slide 14 - Slide

Bereken hoek B

Slide 15 - Slide

Bereken hoek M

Slide 16 - Slide

Bereken hoek B

Slide 17 - Slide

Bereken hoek A

Slide 18 - Slide

SOS CAS TOA

Slide 19 - Slide

Soms moet je eerst een zijde
berekenen. 

Hoe groot is hier de hoek?

Slide 20 - Slide

Opdrachten
Maken 51 t/m 55
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Hellingspercentage

Slide 22 - Slide

Hellingspercentage
Als je de 2 rechthoekszijden weet en
ze vragen het hellingspercentage.
Hellingspercentage=aanliggende zijdeOverstaande zijdeX100

Slide 23 - Slide

Hellingspercentage

De steilheid van een helling wordt aangegeven met een hellingspercentage.
  • Deze bereken je met de tangens: (Je weet de hoek, ze vragen het HP)
    hellingspercentage = tan hellingshoek  x  100
  • Afspraak: hellingspercentage rond je af op gehelen.
  • Wanneer je het hellingspercentage hebt, dan kun uitrekenen hoe groot de hoek is door: (Je weet het HP, ze vragen de hoek)
    tan hellingshoek = hellingspercentage : 100
    Bij de berekening heb je uiteindelijk de inverse tangens nodig (tan-1)


hellingshoek=tan1(hellingspercentage:100)

Slide 24 - Slide

Hellingspercentage
% berekenen
2 zijden gegeven
O
--     x  100
A

Slide 25 - Slide

Hellingspercentage
% gegeven
zijde berekenen

tan hellingshoek = % : 100 
shift tan (% : 100) = hoek (afronden op helen!)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Hellingspercentage

Slide 35 - Slide

Opdrachten
Maken 46 t/m 49


timer
15:00

Slide 36 - Slide

PAUZE

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

3.3: Hoeken in vlakke figuren

Tips om te gebruiken bij het berekenen van hoeken in een vlakke figuur:
  • Hoekensom driehoek = 180o
  • Drie gelijke zijden in driehoek = gelijkzijdige driehoek, alle hoeken 60o
  • 2 even lange zijden = gelijkbenige driehoek, de basishoeken zijn gelijk.
  • Rechte hoek = 90o
  • Gestrekte hoek = rechte lijn = 180o
  • Een deellijn verdeelt een hoek precies doormidden. 
  • Een loodlijn maakt een rechte hoek met de lijn waar deze op staat.

Slide 45 - Slide

3.3: Hoeken in vlakke figuren

  • Overstaande hoeken zijn even groot.

  • Door schuifsymmetrie krijg je bij een figuur met 2 evenwijdige lijnen en daar snijdende lijnen doorheen F-hoeken en Z-hoeken.

Slide 46 - Slide

Overstaande hoeken zijn even groot (hebben hetzelfde tekentje, hier een x en een o)

Slide 47 - Slide

Opdrachten maken
59 t/m 63

Slide 48 - Slide