D-toets

Er zijn 1000 mensen in een arena. Ik sta in het midden van de arena. De mensen produceren met hun geklap 70dB aan geluid. Hoe sterk is het geluid als er 8000 mensen in de arena staan?
A
78dB
B
79dB
C
560dB
D
De geluidssterkte veranderd niet want de toonhoogte waarmee mensen klappen blijft hetzelfde.
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Er zijn 1000 mensen in een arena. Ik sta in het midden van de arena. De mensen produceren met hun geklap 70dB aan geluid. Hoe sterk is het geluid als er 8000 mensen in de arena staan?
A
78dB
B
79dB
C
560dB
D
De geluidssterkte veranderd niet want de toonhoogte waarmee mensen klappen blijft hetzelfde.

Slide 1 - Quiz

Donald staat buiten en Guus staat binnen. Donald roept iets naar Guus, dan is Donald een                        , de lucht tussen Donald en het raam is een                   , het raam waarachter Donald staat is een                    en de lucht tussen het raam en Guus is ook een                   Het geluid wordt door Guus gehoord doordat in zijn oren het                           begint te trillen.
Geluidsbron
Medium
Medium
Medium
Geluidsbron
Geluidsbron
Trommelvlies
Trommelvlies
Trommelvlies

Slide 2 - Drag question

Wat zou een goede frequentie zijn als je een piep wilt hebben om de vleermuizen uit je kamer te houden zonder dat je er zelf last van hebt?
A
Alles tussen de 20 en de 20 000 Hz.
B
Alles tussen de 20 en de 1 000 Hz.
C
Alles tussen de 1 000 en de 80 000 Hz.
D
Alles tussen de 20 000 en de 80 000 Hz.

Slide 3 - Quiz

Wat trilt er wanneer een muzikant op een trompet speelt?
A
De lucht in de trompet.
B
De trompet zelf.
C
Alleen de lippen van de muzikant trillen, de trompet vervormt en versterkt alleen het geluid.
D
De knopjes (ventielen) van de trompet bepalen de trilling, door een ventiel in te drukken verandert de frequentie van het geluid immers ook.

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er met het volgende geluid?
A
Het geluid begint zacht en wordt steeds harder, om vervolgens weer stil te zijn.
B
De toon wordt hoger en word aan het eind weer lager.
C
De manier waarop je het geluid hoort verandert niet, alleen de golf verandert.
D
Daar kun je op basis van dit plaatje niks van zeggen.

Slide 5 - Quiz

Welke bewering(en) is/zijn juist?:

1. Als ik een snaar van een gitaar langer maak, wordt de toon lager.
2. Als ik een snaar van een gitaar dikker maak, wordt de toon lager.
3. Als ik een snaar van een gitaar strakker aanspan, wordt de toon hoger.
4. Als ik een snaar van een gitaar van een ander materiaal maak, wordt de toon hoger.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Rangschik de volgende geluidsgolven op toonhoogte (van laag naar hoog).
A
A, B, C
B
C, A, B
C
A, C, B
D
C, B, A

Slide 7 - Quiz

Het verschil tussen een dB meter en een dB(A) meter is dat …
A
Een dB(A) meter houd rekening met de afstand van de geluidsbron tot de waarnemer.
B
Een dB(A) meter houd rekening met het aantal geluidsbronnen.
C
Een dB meter geeft aan wat de geluidssterkte is en een dB(A) meter geeft aan wat de frequentie is.
D
Geen van de bovenstaande.

Slide 8 - Quiz

Stel dat er een ontploffing is in de ruimte, hoe lang duurt het voordat je dit hoort?
A
Dit kun je uitrekenen met de formule s=v*t.
B
Je zal deze ontploffing nooit horen, de ruimte is immers een vacuüm.
C
In de ruimte is de geluidssnelheid heel hoog omdat er geen stoffen zijn die het geluid blokkeren, dus het duurt heel kort.
D
Geen van de bovenstaande.

Slide 9 - Quiz

https://tuenl-my.sharepoint.com/:b:/g/personal/f_j_a_vlaar_student_tue_nl/EfrKXxUPMJhBicpITpFSFX4BzgGXDEu806QOnxpdJV0_Wg?e=Izt61H
De bovenstaande link is een Onedrive link naar de PDF van de toets waarin een motivatie staat voor de verschillende vragen en de mogelijke antwoorden.
De volgende slide kan ingevuld worden voor de feedback.

Slide 10 - Slide

Wat vond je van deze toets?

Slide 11 - Open question