Les 50.1 - leerdoel 4

Afronden leerdoel 4
Lesplanning:
  • Klassikale opgaven valbeweging
  • Afronden leerdoel 4
  • Afsluitende opgave
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Afronden leerdoel 4
Lesplanning:
  • Klassikale opgaven valbeweging
  • Afronden leerdoel 4
  • Afsluitende opgave

Slide 1 - Slide

Tennisbal Q valt 1,0 s na tennisbal P vanaf dezelfde hoogte naar beneden. Wat kun je zeggen over de onderlinge afstand Δh en het verschil in snelheid Δv gedurende de val van P
en Q? Verwaarloos de luchtweerstand.
A
Zowel Δh als Δv nemen toe.
B
Δh neemt toe en Δv neemt af.
C
Δh neemt toe en Δv blijft gelijk.
D
Zowel Δh as Δv blijven gelijk.

Slide 2 - Quiz

Katapult

  1. Hoe lang duurt het voordat de steen het hoogste punt bereikt?

  2. Hoe hoog bevindt het hoogste punt zich boven de grond?

  3. Met welke snelheid komt de steen op de grond terecht?

Met een katapult schiet je een steen met een snelheid van
20 m/s recht omhoog. De katapult bevindt zich op een hoogte van 1,60 m boven de grond als de steen de katapultverlaat. 
Verwaarloos in deze opgave de luchtwrijving. 

Slide 3 - Slide

Afronden leerdoel 4
Werk vanuit de studiewijzer

timer
30:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Max Stöckl fietste 422 meter naar beneden over een afstand van 650 m en bereikte een snelheid van 167 km/h. Welke snelheid zou hij bereiken als hij een vrije val maakt van 422 meter?

Slide 6 - Open question

Eieren
Je staat op de dak van school en houd een ei in je hand,
11 meter boven de grond. Je natuurkunde docent (1,6 m) loopt voorbij met een constante snelheid van 1,20 m/s. Als je het ei, op het hoofd van je docent wilt laten vallen, waar moet je docent dan lopen op het moment dat je het ei laat vallen. 
Verwaarloos de luchtwrijving. 

Slide 7 - Slide

Als je het ei, op het hoofd van je docent wilt laten vallen, waar moet je docent dan lopen op het moment dat je het ei laat vallen. 

Slide 8 - Slide

tdocent=tval
vdocentsdocent=(ah2)
sdocent=(ah2)vdocent
sdocent=(9,819,42)1,2=1,7m

Slide 9 - Slide

tdocent=tval
tval=vgemh=21Δvh
Δv=at
tval=21ath
(tval)2=21ah
Methode 2

Slide 10 - Slide

tdocent=tval
(tval)2=21ah
tval=21ah
tval=219,819,4=1,384s

Slide 11 - Slide

tdocent=tval
vdocentsdocent=tval
1,2sdocent=1,384
sdocent=1,3841,2=1,7m

Slide 12 - Slide