Een plant kan dus eiwitten bouwen uit losse aminozuren.
Voor het maken van die aminozuren heeft de plant C, H, O en dus N nodig.
Het vastleggen van C, H en O gebeurd doormiddel van fotosynthese (zie koolstofkringloop).
N halen (de meeste) planten uit nitraat (NO3-), een stof die ze met de wortels uit de bodem opnemen.