Stijlfiguren/SO Taalwondertjes

Stijlfiguren/SO Taalwondertjes
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Stijlfiguren/SO Taalwondertjes

Slide 1 - Slide

Stijlfiguren/Taalwondertjes

Slide 2 - Mind map

Stijlfiguren
Vergelijking, metafoor, personificatie, 
eufemisme, understatement, overdrijving (hyperbool), pleonasme, tautologie, opsomming (enumeratie), 
herhaling, climax, anticlimax, retorische vraag, 
tegenstelling, litotes, 
ironie, cynisme en sarcasme.

Slide 3 - Slide

Van welk stijlfiguur is dit een voorbeeld?

A
Herhaling
B
Tegenstelling
C
Opsomming

Slide 4 - Quiz

Sleep de zinnen naar het juiste stijlfiguur!
Metafoor
Understatement
Hyperbool
Die koppige ezel blijft bij zijn keuze!
"Het is best leuk om een paar centen te winnen", zei de winnaar van de jackpot. 
Het duurde een eeuwigheid!
Duizendmaal dank!

Slide 5 - Drag question

Benoem de stijlfiguur
1. De fans gingen compleet uit hun dak toen Adele het podium betrad.
2. Vroeger was Frans slank, maar nu is hij weldoorvoed.
3. Game jij tien uur per dag? Dat is aardig wat.
4. Tijdens de eerste les NL, werden we doodgegooid met huiswerk.
eufemisme
understate-ment
hyperbool

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Geef aan of het een pleonasme of tautologie is.
1. Misschien gaat het mogelijk vanavond onweren.
2. De schaatsster haalde op het laatste moment de uiterste limiet voor de Olympische spelen.
3. Uiteraard wil ik die nieuwe film natuurlijk snel zien.
4. Als je deze enquête invult, krijg je een gratis geschenk.
5. Bij de vierde sprong ging het averechts verkeerd.
6. Hij zal dat never nooit meer doen.
7. Die nutteloze verspilling van water moet eens een keer ophouden.
8. De ober liet het bord in stukken en brokken vallen.
9. Tijdens het onderzoek vonden ze inderdaad het dode lijk van de vermiste.
10. Veel Nederlandse bloemen worden naar het buitenland geëxporteerd








Slide 8 - Slide

Climax
Anti-Climax
Een stijlfiguur, waarbij in een opsomming de betekenissen in kracht afnemen.
Een stijlfiguur, waarbij in een opsomming de betekenissen in kracht toenemen.

Slide 9 - Drag question

Ironie
* Ironie is eigenlijk milde spot, nog niet de bedoeling bitter te zijn of mensen te kwetsen.
* Typisch voor veel ironische uitlatingen is, dat het tegengestelde gezegd wordt van hetgeen men bedoelt.
Leraar tegen een leerling die een slecht cijfer haalt: ‘Je hebt je zaken wel goed geleerd, moet ik zeggen!’
Leraar tegen een te laat komende leerling: ‘Je vindt het toch niet erg dat we al begonnen zijn?’

Slide 10 - Slide

Sarcasme
* Sarcasme is agressiever dan ironie, het is vaak grof.
* Het effect van sarcasme is intenser en directer dan dat van ironie. Het is kwetsender.

 De sarcastische leerkracht zal een zwakker presterende leerling misschien zo aanspreken: ‘Ga vooral zo door, dan krijg je vast een goed rapport’.

Slide 11 - Slide

Sarcasme
Ironie
A: Wat een heerlijk weer (het regent)
B: Handig van jou om geen sleutel mee te nemen.
C: De vorige keer had je een betere smoes toen je te laat kwam.
D: Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld.
E: "Je vindt het toch niet erg dat we al begonnen zijn?"
F: 'Wat fijn om jou hier weer te zien!'
G: ' Ik heb medelijden (feel sorry) met jouw ouders' 

Slide 12 - Drag question

Cynisme
* Cynisme is wrede, gevoelloze spot.
* Een cynicus is wil kwetsen en spot over alles(dood, liefde, haat)…
" Dacht je echt dat hij maar iets van liefde voor zijn vader kon voelen?" 
* Vaak wordt cynisme gebruikt als een vorm van zelfverdediging, bijvoorbeeld omdat je machteloos bent of je zo voelt: 
Leerling; ‘Waarom zou ik mijn best doen op school, de wereld gaat toch naar de klote.’
'Waarom zou ik stemmen? Ze doen er toch niks mee.'

Slide 13 - Slide

Opdracht
Situatie: Een zoontje komt thuis met een slecht rapport. Bedenk wat de vader zou kunnen zeggen op een ironische, sarcastische en cynische manier.

Slide 14 - Slide

Ironie
 ‘Nou, dat is wel het mooiste rapport wat ik ooit heb gezien.’

Slide 15 - Slide

Sarcasme
‘Wat ben ik trots om jou als zoon te hebben zeg!’

Slide 16 - Slide

Cynisme
Vader geeft zijn zoon een touw en zegt: ‘Je weet wel wat je hiermee moet doen he? Of moet ik je zelfs dat nog uitleggen?’

Slide 17 - Slide