Persoonsvorm & Onderwerp
1 / 20
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Een persoonsvorm is ALTIJD een .....
Slide 3 - Open question
persoonsvorm:
Hoe vind je die ook alweer?
Hoe vind je die ook alweer?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Noteer de persoonsvorm:
Op de A32 is een vrachtauto zijn lading aardappelen verloren.
Op de A32 is een vrachtauto zijn lading aardappelen verloren.
Slide 7 - Open question
Noteer de persoonsvorm:
Weggebruikers moeten deze ochtend rekening houden met dichte mist.
Weggebruikers moeten deze ochtend rekening houden met dichte mist.
Slide 8 - Open question
Noteer de persoonsvorm:
De hond bracht de bal terug bij zijn baasje.
De hond bracht de bal terug bij zijn baasje.
Slide 9 - Open question
Hoe vind je het onderwerp van een zin?
Slide 10 - Mind map
Wat is het onderwerp in de zin?
Door het regenachtige weer waren de wegen spekglad geworden op het parcours.
Door het regenachtige weer waren de wegen spekglad geworden op het parcours.
A
het regenachtige weer
B
de wegen
C
de wegen op het parcours
D
spekglad
Slide 11 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin?
De hond bracht de bal terug bij zijn baasje.
De hond bracht de bal terug bij zijn baasje.
A
bracht
B
de bal
C
de hond
D
zijn baasje
Slide 12 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin?
In het centrum van Steenwijk werd zaterdagmiddag een wielerwedstrijd gereden.
In het centrum van Steenwijk werd zaterdagmiddag een wielerwedstrijd gereden.
A
In het centrum
B
zaterdagmiddag
C
In het centrum van Steenwijk
D
een wielerwedstrijd
Slide 13 - Quiz
Wat is de PV en het OW in deze zin?
De agressieve kat heeft de bange dierenarts gekrabd.
De agressieve kat heeft de bange dierenarts gekrabd.
Slide 14 - Open question
Wat is de PV en het OW in deze zin?
Heeft Ciska haar mobiel bij jou laten liggen?
Heeft Ciska haar mobiel bij jou laten liggen?
Slide 15 - Open question
Wat is de PV en het OW in deze zin?
De brave hond bracht de bal terug bij zijn baasje.
De brave hond bracht de bal terug bij zijn baasje.
Slide 16 - Open question
Wat is de PV en het OW in deze zin?
Hans heeft een goed cijfer op de toets gehaald.
Hans heeft een goed cijfer op de toets gehaald.
Slide 17 - Open question
Wat is de PV en het OW in deze zin?
Na school gingen Pieter en Ava kickboksen.
Na school gingen Pieter en Ava kickboksen.
Slide 18 - Open question
Wat is de PV en het OW in deze zin?
Die lekkere taart is verbrand in de oven.
Die lekkere taart is verbrand in de oven.
