Les 3 §3.3 Politieke partijen

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
§3.3 Politieke Partijen 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
§3.3 Politieke Partijen 

Slide 1 - Slide

Linkse partijen:
A
vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
D
hechten veel waarde aan het geloof.

Slide 2 - Quiz

Een rechtse partij
A
benadruk vrijheid en een actieve overheid
B
benadrukt vrijheid en een passieve overheid
C
Vinden dat de welvaart verdeeld moet worden
D
vindt vooral gelijkheid belangrijk

Slide 3 - Quiz

Wat is liberalisme?
A
Mensen die strijden voor gelijke rechten.
B
Mensen die voor vrijheid gaan
C
Mensen die de kerk belangrijk vinden.
D
Mensen die voor vrouwen opkomen

Slide 4 - Quiz

Het socialisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijke vrijheid

Slide 5 - Quiz

Het confessionalisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Politieke partijen die minder verandering willen. Minder belasting betalen.

Slide 6 - Quiz

Progressief vs conservatief 
Progressief: vooruitstrevend. Partijen die dingen willen veranderen. 
Conservatief: behoudend. Partijen die dingen willen houden, zoals ze vroeger waren. 

Het homo huwelijk & abortus was verboden, maar dit is niet meer het geval. Is dit conservatief of progressief? 

Slide 7 - Slide

De schooldag moet starten met het hijsen van de Nederlandse vlag en het zingen van het Wilhelmus.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 8 - Quiz

Homoseksuelen zouden geen kinderen mogen adopteren.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 9 - Quiz

Zwarte Piet is racisme.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 10 - Quiz

De euthanasie regeling mag niet verder versoepeld worden.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 11 - Quiz

De beste manier om het file probleem tegen te gaan is gratis openbaar vervoer.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 12 - Quiz

De politie moet ook agenten met een hoofddoek aannemen.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 13 - Quiz

3.3 Politieke partijen

Slide 14 - Slide

ACTIEGROEP
Een actiegroep heeft 1 duidelijk doel en kan ook weer opgeheven worden als dat doel bereikt is.

Slide 15 - Slide

Belangengroep
Groep van mensen die eenzelfde belang delen (werknemersorganisatie, LAKS of ANWB )

Lobbyen: het behartigen van belangen in persoonlijke contacten met politici (wandelgangen)

Slide 16 - Slide

politieke partijen

Slide 17 - Slide

Politieke partij
Een groep mensen met ongeveer dezelfde ideeën over hoe de samenleving eruit zou moeten zien. 
Elke partij wil zoveel mogelijk zetels. Waarom?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

One-issue-partijen

One-issue-partijen stellen één aspect van de samenleving centraal. 


Slide 22 - Slide

Niet-democratische partijen
  • Wijzen een democratische staatsvorm af.
  • Fascistische / rechts-extremistische partijen.
  • Sterk nationalistisch


Doen in Nederland niet mee aan de verkiezingen.

Slide 23 - Slide

Functies politieke partijen
Samenbundeling Ideeën:  partijprogramma

Informeren: eigen mening vormen 

Participatie: invloed burgers 

Selectie: kandidaten zoeken

Slide 24 - Slide

Waarom kun je in een democratie een niet democratische partij zomaar verbieden?

Slide 25 - Open question

De VVD is een .... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 26 - Quiz

Forum voor Democratie is een ... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 27 - Quiz

50PLUS is een .... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 28 - Quiz



Belangrijkste vaktaal 
van deze les



Conservatief & progressief 
One-issue partij
Actie groepen 
Belangengroepen 
Politieke partijen 
Functies politieke partijen 

Slide 29 - Slide

Heb je de lesdoelen bereikt en begrijp je de vaktaal begrippen?
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
ik heb nog een vraag

Slide 30 - Quiz