Trappen van Vergelijking (B2A)

Welcome 
B2A 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welcome 
B2A 

Slide 1 - Slide

Trappen van vergelijking

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les kan je:
  • De trappen van vergelijking benoemen.

  • De trappen van vergelijking toepassen in een zin.

Slide 3 - Slide

Basisregel

- Vergrotende trap: woord +  -er
- Overtreffende trap: woord + -est
old
older
oldest

Slide 4 - Slide

-er / -est
Bij woorden van één lettergreep gaan de trappen als volgt:

big - bigger than - the biggest
tall - taller than - the tallest
white - whiter than - the whitest

Slide 5 - Slide

Uitzondering: -ier / iest
Bij woorden die eindigen op een y is er een uitzondering:
Vergrotende trap: y valt weg en er komt -ier achter
Overtreffende trap: y valt weg en er komt -iest achter

scary - scarier than - the scariest
heavy - heavier than - the heaviest



Slide 6 - Slide

more / most
Bij woorden van twee of meer lettergrepen gaan de trappen als volgt:

beautiful / more beautiful than / the  most beautiful
interesting / more interesting than / the most interesting
stunning / more stunning than / the most stunning

Slide 7 - Slide

(Vergrotende trap)
(Overtreffende Trap)

Slide 8 - Slide

Trappen van vergelijking
Words with 3 or more syllables
(Woorden van 3 lettergrepen of meer):
- Vergrotende trap: more 
- Overtreffende trap: most 
expensive
 more expensive than
the most expensive

Slide 9 - Slide

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
Tall?
A
taller-tallst
B
taller-tallest
C
more tall-most tall
D
tallier-talliest

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?
A
bigger - biggest
B
more big - most big
C
biger - bigest
D
bigier - bigiest

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
easy?
A
easier - easiest
B
more easy - most easy
C
easyer - easyest
D
easyr - easyst

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
famous?
A
famouser- famousest
B
more famous- most famous
C
famousser - famoussest
D
more famouser - most famousest

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
incredible?
A
incredibler- incrediblest
B
more incredibler - most incrediblest
C
incredibleer - incredibleest
D
more incredible - most incredible

Slide 14 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
important?
A
importanter -importantest
B
more important - most important
C
more importanter - most importantest
D
importantly - importantliest

Slide 15 - Quiz

Trappen van vergelijking:
Our sauna at home is ... (hot) the sauna in this wellness.

Slide 16 - Open question

Who is (funny) ...... person in your class?

Slide 17 - Open question

Maak de vergelijking af:
Tim is fast, but Harry is .... (fast)Tim.

Slide 18 - Open question

Werkblad (Huiswerk)
- Ga aan de slag met de oefeningen op het werkblad dat je gekregen hebt.
- Alle opdrachten die niet af zijn 
worden huiswerk!

Slide 19 - Slide