lesson 7

UNIT 2 - LESSON 7
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

UNIT 2 - LESSON 7

Slide 1 - Slide

Plan
  • Terugblik
  • Leerdoel
  • Instructie
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Wat staat er in de toekomst op de planning?
  • SO unit 2 (18 oktober)
  • Hoofdstuk toets unit 2 (7 november)
  • ALLES STAAT OP SOM!

Slide 3 - Slide

ELKE VRAAG HEEFT EEN TIMER!


Je krijgt 10 sec. om een vraag te beantwoorden!

Slide 4 - Slide

MAAK DE ZIN AF (to be):

We ....... going to France. (not)
A
am not
B
are not
C
is not
D
have not

Slide 5 - Quiz

MAAK DE ZIN AF (to have):

My mom .... new shoes.
A
hasn't got
B
has not got
C
haven't got
D
have not got

Slide 6 - Quiz

TRANSLATE:
Daar(ginds)
A
over there
B
here
C
right now
D
that

Slide 7 - Quiz

TRANSLATE:
ondeugend
A
brutal
B
silly
C
naughty
D
evil

Slide 8 - Quiz

TRANSLATE:
photograph
A
foto
B
fotograaf
C
grafiek
D
kast

Slide 9 - Quiz

TRANSLATE:
vergadering
A
gathering
B
meeting
C
group
D
serious

Slide 10 - Quiz

TRANSLATE:
I can write.

Slide 11 - Open question

TRANSLATE:
I can be your assistant, OK?

Slide 12 - Open question

TRANSLATE:
It's Monday September 9th.

Slide 13 - Open question

What's the time?

Slide 14 - Slide

Learning goal(s)
  • You can talk in English about the weekdays (and months) and what you do on these days.
  • Je kan in het Engels praten over de dagen van de week, en wat je op deze dagen doet.
  • You can name the days of the week in English.
  • Je kan de dagen van de week in het Engels opnoemen.

Slide 15 - Slide

Spreekopdracht verwachtingen
  1. We praten zo veel mogelijk Engels.
  2. We praten wanneer we de beurt krijgen.
  3. We praten op een respectvolle manier tegen elkaar.
  4. We geven gepaste antwoorden bij de opdracht.
  5. We helpen elkaar als het nodig is, in plaats van elkaar uitlachen.

Slide 16 - Slide

What do you do on Saturdays?

Slide 17 - Mind map

What do you do on Mondays?

Slide 18 - Mind map

What is special about Friday?

Slide 19 - Mind map

What class do you have first on Wednesdays?

Slide 20 - Mind map

What is the last day of the week?

Slide 21 - Open question

Wat zie je bij alle dagen van de week terugkomen?

Slide 22 - Slide

Overeenkomsten
Mon            day
Tues           day
Wednes    day
Thurs         day
Fri               day
Satur         day
Sun            day


Slide 23 - Slide

What month is your birthday?

Slide 24 - Mind map

What month do people celebrate Christmas?

Slide 25 - Mind map

What is your favorite month, and why?

Slide 26 - Mind map

Get to work!
  • Maak de SELF-TEST van unit 2 
  • Je werkt zelfstandig en stil!
  • Vraag? Steek je hand op.
  • Alle opdrachten al af? Doe wat voor jezelf (tekenen, lezen, geen mobiel...)

Slide 27 - Slide

She ..... the book she needs. (not)
A
haven't got
B
have not got
C
hasn't got
D
has not got

Slide 28 - Quiz

We ..... enough time! (not)
A
hasn't got
B
has not got
C
haven't got
D
have not got

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

EVALUATION
  • Wat ging goed?
  • Wat kan beter?

Slide 32 - Slide