2HV Ch2 Bron H

1 / 47
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Bonjour!!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Christmas Tree 
Jukebox

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

BONJOUR ET BIENVENUE 1AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

LESDOEL
LESDOEL
Je kan de werkwoorden op -er gebruiken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

LESDOEL
LESDOEL
Je kan je droomkamer beschrijven en kun je werkwoorden op -er gebruiken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

regelmatige ww op -er
wat heb je erover geleerd?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Weet je het nog?
Stap 1: je vindt de stam door -er van het hele ww af te halen

Stap 2: zet de juiste uitgang er achter

je                       -e                                              nous                -ons
tu                      -es                                            vous                 -ez
il/elle/on        -e                                              ils/elles           -ent

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Ezelsbrug -> ww -er
een  eskimo  eet  ons  ezeltje  enthousiast
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tu .... les lapins?
A
adore
B
aidons
C
aimes
D
passes

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Nous ... français.
A
parlons
B
parlez
C
parles
D
parlent

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Je ... les maths.
A
détestes
B
détestez
C
détestent
D
déteste

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Is het werkwoord goed vervoegd?
Elle habitent aux Pays-Bas.
A
B

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Is het werkwoord goed vervoegd?
Tu chantes une chanson.
A
B

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Is het werkwoord goed vervoegd?
J'aime le tennis.
A
B

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Is het werkwoord goed vervoegd?
Nous parlez néerlandais.
A
B

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Elles ... le chocolat. (aimer)

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Je ... allemand. (parler)

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Vous ... une pomme. (manger)

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Nous ... un film. (regarder)

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Il ... de la musique. (écouter)

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Tu ... aux Pays-Bas. (habiter)

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Schrijf 3 Franse zinnen bij het plaatje.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Even terugkomen op de slaapkamer van je dromen.
Maak een zin met de werkwoorden van het hoofdstuk en maak de zin zo lang mogelijk.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

p. 85
timer
1:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ma chambre est au grenier......... est très grande
L'oiseau a de belles couleurs. ..... est tropique
Je dois aller aux les toilettes . ........ sont au premier étage.
il
elle
ils

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Les garçons ... le foot.
A
préférez
B
préfère
C
préfèrent
D
préférons

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Chloé et Monique ... le lundi. (danser)

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Luc ... une fête.
A
donnes
B
donne
C
donnent
D
donnons

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Ma soeur ... le hockey. (adorer)

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Wat komt er in de toets?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Au travail!

Fais les exercices:  30,31

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Als het onderwerp over mannelijk en vrouwelijk gaat dat vervang je het onderwerp door?
ex. Susanne et ses parents partent en vacances.
..... vont en Espagne

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Au travail!
Wat?
Hoe?
Hulp?
ex. 30c,d
ex. 31a, c
- individueel
- je mag overleggen
- Steek je vinger op voor vragen

Tijd?
Uitkomst?
Klaar?
- 10 minuten
opdrachten zijn af
quizlet 
timer
10:00

Slide 37 - Slide

  • De 2 leesteksten uitdelen
Kijk goed naar het plaatje
timer
1:00

Slide 38 - Slide

This item has no instructions






Maak een lijst van de woorden + vertaling uit de vorige slide
1.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

2. 
Maak zoveel mogelijk Franse zinnen met de woorden uit het huis

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Foto van de zinnen.
Hoeveel zinnen hebben jullie?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Travail individuel
                                    
Faire exercice: ex. 33 a,b,c p. 87
 




Slide 42 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 43 - Video

This item has no instructions

00:27
Wàt gaat de vrouw bestellen?
A
un gâteau d'anniversaire
B
un croissant
C
une tarte de pommes

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

00:52
Welke vorm wil ze
A
vierkant
B
rond

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

00:58
Hoe oud wordt haar dochter
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

01:24
In welke kleur wil ze de tekst en welke kleur bord?
A
In het roze op een wit bord
B
in het wit op een roze bord

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions