Boek 3 Welvaart en groei, eerste les: rol v.d. overheid
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4,5
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Toelichting
Slide 2 - Slide
Eindtermen/begrippen
Wat?
Slide 3 - Slide
Eindtermen/begrippen
Miljoenennota
Begroting
Directe vs Indirecte belastingen
Belastingbeginselen
Progressief/degressief/proportioneel
Draagkrachtbeginsel/Profijtbeginsel
Sociale Premies
Collectieve lastendruk
Groei & stabiliteitspact
Overheidsbestedingen
Overdrachtsuitgaven
Rentelasten
EMU-Saldo & EMU-Schuld
Financieringstekort
Intertemporele ruil
Staatsobligaties
Slide 4 - Slide
Dit was het plan
Slide 5 - Slide
Directe vs indirecte belasting
Slide 6 - Slide
Belastingbeginselen
Proportioneel Progressief Degressief
Vast percentage over hele inkomen
Hoger inkomen?Hoger belasting-percentage
Hoger inkomen = lager belastingpercentage
vb: vast bedrag
Slide 7 - Slide
Profijtbeginsel/draagkrachtbeginsel
Draagkracht: De sterkste schouders
dragen de zwaarste lasten
(vb inkomstenbelasting)
Profijtbeginsel: De gebruiker betaalt.
(vb: Hondenbelasting, parkeerheffing)
Slide 8 - Slide
Sociale premies
Bij het innen van de inkomstenbelasting worden ook de 'sociale premies' geind. Dit zijn premies voor volksverzekeringen (AOW, ANW) en werknemersverzekeringen (WW, ZW).
Doordat je belasting betaalt heb je hier automatisch recht op indien van toepassing. Dit wordt in paragraaf 10.3 verder uitgelegd.
Slide 9 - Slide
Collectieve lastendruk
Alle belastingen & Sociale premies samen noemen we collectieve lasten.
Berekening: Collectieve lasten/BBP * 100.
Hogere CLD = grotere overheid.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Financieringsoverschot/tekort
Feitelijke toe of afname van staatsschuld in een jaar
https://www.destaatsschuldmeter.nl
Slide 12 - Slide
Tekort = geld lenen
Ruilen over de tijd door overheid: Nu lenen, later met rente terugbetalen. Toekomstige consumptie wordt hiermee naar voren gehaald.
Lenen overheid gebeurt door staatsobligaties.
Slide 13 - Slide
Groei & Stabiliteitspact (EMU)
EMU = Economische & Monetaire Unie (Eurolanden)
Regels over begroting, aan de hand van percentages van het BBP
Jaarlijks tekort (EMU-saldo) kleiner dan 3% van BBP
Staatsschuld (EMU-schuld) kleiner dan 60% van BBP
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Eindtermen/begrippen
Miljoenennota
Begroting
Directe vs Indirecte belastingen
Belastingbeginselen
Progressief/degressief/proportioneel
Draagkrachtbeginsel/Profijtbeginsel
Sociale Premies
Collectieve lastendruk
Groei & stabiliteitspact
Overheidsbestedingen
Overdrachtsuitgaven
Rentelasten
EMU-Saldo & EMU-Schuld
Financieringstekort
Intertemporele ruil
Staatsobligaties
Slide 16 - Slide
Over welk begrip zou je graag nog wat meer uitleg willen?
Slide 17 - Open question
Wopke Hoekstra, onze huidige minister van financiën geeft aan dat de stijging van de staatschuld niet afgewenteld mag worden op de "gewone man". Kun je uitleggen hoe hij dat bedoelt?