M&W Begrippen Hst. 1 par. 1,3 /1,4

HH begrippen 1.3 en 1.4

We gaan deze les oefenen met de begrippen van paragraaf 1.3 en 1.4. Voor de  toets moet je ook de begrippen van 1.1 en 1.2 en de blauwe teksten van hoofdstuk 1 leren.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

HH begrippen 1.3 en 1.4

We gaan deze les oefenen met de begrippen van paragraaf 1.3 en 1.4. Voor de  toets moet je ook de begrippen van 1.1 en 1.2 en de blauwe teksten van hoofdstuk 1 leren.

Slide 1 - Slide

Waar zie je een voorbeeld van scharreleconomie?
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

Hoe heet de rijkdom van een land gemeten op basis van geld (bnp/hoofd)

Slide 3 - Open question

Hoe noemen we alle mensen die in een land werken of kunnen werken?

Slide 4 - Open question

Hoe meet je het BNP / hoofd
A
Je telt alles wat in een land verdiend wordt bij elkaar op en deelt dat door het aantal inwoners
B
Je telt alles wat in een jaar in een land verdiend wordt bij elkaar op.
C
Je telt alle werkende mensen bij elkaar op en trekt daar de mensen die niet kunnen werken vanaf.
D
Je rekent het verschil uit tussen wat rijke en arme mensen in een land verdienen.

Slide 5 - Quiz

Waar zie je een krottenwijk
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Wat is geen baan in de dienstensector
A
Politieagent
B
Boer
C
dokter
D
leraar

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden

Slide 8 - Open question

Noem de 5 basisbehoeften

Slide 9 - Open question

Hoe noem je landen die in ontwikkeling zijnen waar de welvaart langzaam groeit?
A
koploper
B
volgers
C
scharreleconomie
D
ontwikkelingsland

Slide 10 - Quiz

Wat wordt bedoeld met regionale ongelijkheid
A
Mannen mogen meer dan vrouwen
B
verschillen tussen rijke en arme gebieden binnen een land
C
Er zijn veel bergen in een land
D
Er zijn veel arme mensen in een land

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je ontwikkelingslanden die nog arm zijn en waar veel mensen in de landbouw werken
A
Landbouwsamenleving
B
achterblijvers
C
krottenwijken
D
volgers

Slide 12 - Quiz

Wat is waar?
A
Welvaart is de rijkdom van een land gemeten op basis van huizen en onderwijs
B
Sociale ongelijkheid is verschillen in welvaart tussen mensen
C
Sociale ongelijkheid is verschillen in welzijn van mensen
D
Welzijn is de rijkdom gemeten op basis van inkomen

Slide 13 - Quiz

Bonusvraag:
als in een land 1000 mensen wonen en er zijn in totaal 2.000.000euro aan inkomsten wat is dan het Bnp/hoofd
vul het antwoord in zonder euroteken

Slide 14 - Open question

Wat betekent de afkorting BNP
A
Bruto Nationaal product
B
Belasting Naar Prijs
C
Bank Nederlands Product
D
Bruto Nationale Prijs

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Link