24/25 M3 Drama Les 2

DRAMA, les 2 Impro en groepsvorming
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

DRAMA, les 2 Impro en groepsvorming

Slide 1 - Slide

Wat is belangrijk bij improviseren?
  • Goed luisteren naar elkaar.
  • Niet bang zijn om fouten te maken.
  • Spelaanbod accepteren ("ja, en..!").
  • De ander helpen schitteren, niet alleen jezelf.
  • Je fantasie durven gebruiken.
  • Plezier hebben in het spel.

Slide 2 - Slide

IMPROVISATIE AANBELLEN

REGELS:
* Probeer mee te spelen met dat wat een ander bedenkt.
* Je mag de deur niet dichtgooien.
* Speel met het gezicht naar het publiek.
* Zorg dat je goed te verstaan bent.
* Probeer in je rol te blijven.

Slide 3 - Slide

Wanneer ontstaat er conflict?
Als personages tegengestelde doelen hebben.
Bedenk altijd: Wat wilt mijn personage in de scène? Wat is mijn doel?

Slide 4 - Slide

Speloefening: De nachtwinkel
  • Elke groep heeft een aantal scène ideeën.

  • Kies 1 scène die jullie gaan improviseren.

  • Verdeel de rollen. Bedenk voor jezelf een geheim doel.







Slide 5 - Slide

Tussenoefening:
De nachtwinkel
  • Kies een personage en bedenk wat je in de nachtwinkel komt doen. Wat is je doel?

  • Kom op als je personage en loop naar de kassa (speel met je fysiek en mimiek).

  • Jullie hebben een kort dialoog en er wordt eventueel wat afgerekend. Loop weer af.

  • De caissière wordt de nieuwe klant en er komt een nieuwe caissière.





Slide 6 - Slide

Spelopdracht: 
Van Waar naar Wie naar Wat
Spelopdracht: Spelen met 3 tableaus

  • Kies 1 onderwerp.
  • Bedenk hier een kort verhaal bij en zet dit in 3 tableaus. Denk aan je mimiek en fysiek.
  • Tableau 1: Begin -> speel door
  • Tableau 2: Probleem -> speel door
  • Tableau 3: Einde. Freeze.


Slide 7 - Slide

Spelopdracht: 
Van Waar naar Wie naar Wat
Bedenk enkele scènes in stappen:
  • Iemand verzint de Waar: 
    'Deze scène begint in/op/bij...'.
  • Iemand verzint de Wie (3x)
    'De personages zijn ...'.
  • Iemand verzint de Wat: 
    'De situatie is dat...' 
  • Begin weer opnieuw met een Wie, Wat en Waar verzinnen!



timer
3:00

Slide 8 - Slide

Spelopdracht: 
Verboden woord

  • Ga staan in 2 rijen.
  • Je houdt een dialoog met de persoon voor je
  • De docent zegt welke letter je NIET mag gebruiken.
  • Gebruik je de verboden letter dan sluit je achteraan in de rij.
Blijf hele zinnen gebruiken, 1 woord is niet genoeg.


Slide 9 - Slide

Spelopdracht: 
Geen Ja, Geen Nee, Geen uuhhh

  • Ga staan in 2 rijen.
  • Je houdt een dialoog met de persoon voor je
  • Je mag GEEN ja, nee, euh/uhm zeggen
  • Doe je dit wel, dan sluit je achteraan in de rij.
Blijf hele zinnen gebruiken, 1 woord is niet genoeg. 
Niet in het engels praten.


Slide 10 - Slide

ideeen
- De breinklutser
- Wat doe je? (TVHN blz 96)
- De wachtkamer
- De nachtwinkel
- Het museum (TVHN blz 142)
- Locatie neerzetten in stapjes (TVHN blz 143)
- Van waar naar wie naar wat (TVHN blz 143)
- Het feest (grote improvisatie)
Verhaal technieken: Werken met doelen. Er kan een probleem ontstaan waardoor iemand niet hun doel kan behalen. Wat wil je? 
- Scènes spelen met geheime doelen.

Slide 11 - Slide