What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Reading 2: Plurals
Singular & Plural
Enkelvoud & Meervoud
1 / 51
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
51 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Singular & Plural
Enkelvoud & Meervoud
Slide 1 - Slide
1. Algemene regel
1. De algemene regel is:
Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld:
One boy --> two boy
s
One apple --> three apple
s
One house --> four house
s
Onthoud: nooit 's!
Slide 2 - Slide
2. Sis-klanken
2. Eindigt woord op
-s, -ss, -sh, -tch, -x
--> meervoud wordt
-es
Voorbeeld:
one bu
s
--> two bus
es
one busine
ss
--> two business
es
one wi
sh
--> two wish
es
one wit
ch
--> two witch
es
one bo
x
--> two box
es
Slide 3 - Slide
3. Medeklinker + Y
3. Eindigt het woord op
medeklinker + Y
--> meervoud wordt -ies
Voorbeeld:
One hob
by
--> two hobb
ies
One sto
ry
--> three stor
ies
Slide 4 - Slide
4. Woorden op F of FE
4. Eindigt het woord op
-f(e)
--> meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one kni
fe
- two kni
ves
one wi
fe
- three wi
ves
one li
fe
- four li
ves
one cal
f
- ten cal
ves
Slide 5 - Slide
5. woorden op O
5. Soms krijgen woorden op O +es
potato - potatoes, hero - heroes, tomato - tomatoes
5. Soms krijgen woorden op O +s
photo - photos, radio, radios
Slide 6 - Slide
6. Uit je hoofd leren
child - children
man - men
woman - women
mouse - mice
foot - feet
tooth - teeth
person - people
fish - fish
sheep - sheep
Slide 7 - Slide
Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten in het Engels
A
Er een 's achter zetten
B
Er een s achter zetten
C
Niks, alle woorden zijn meervoud
D
A, B en C zijn goed.
Slide 8 - Quiz
Wat is het meervoud van girl?
A
Girl's
B
Girl
C
Girls
D
A,B,C zijn goed
Slide 9 - Quiz
Wat is het meervoud van baby
A
baby's
B
babys
C
babies
D
babbies
Slide 10 - Quiz
Wat is het meervoud van toy
A
toys
B
toies
C
toy's
D
toyses
Slide 11 - Quiz
Wat is het meervoud van knife
A
Knifes
B
Knive
C
two pairs of knife
D
Knives
Slide 12 - Quiz
Wat is het meervoud van bus?
A
Buses
B
Busses
C
Bus
D
Bussen
Slide 13 - Quiz
Wat is het meervoud van witch
A
wishes
B
witches
C
witchs
D
witch
Slide 14 - Quiz
Wat is het meervoud van sheep
A
Sheep's
B
Sheeps
C
Sheep
D
A, B en C zijn goed
Slide 15 - Quiz
Wat is het meervoud van a pair of shorts
A
short
B
shorts
C
short's
D
shorten
Slide 16 - Quiz
Wat is het enkelvoud van glasses
A
a glass
B
a glasses
C
a pair of glasses
D
glasseses
Slide 17 - Quiz
Wat is het meervoud van man?
A
Mans
B
Man's
C
Man
D
Men
Slide 18 - Quiz
Wat is het enkelvoud van women
A
woman
B
women
C
women's
D
womans
Slide 19 - Quiz
Wat is het meervoud van tooth
A
tooth
B
tooths
C
tooth's
D
teeth
Slide 20 - Quiz
Wat is het meervoud van goose
A
goose
B
gooses
C
goose's
D
geese
Slide 21 - Quiz
Exercise 1
Vul de juiste meervoudsvormen in
Slide 22 - Slide
There are many ___ (book) on the shelf.
Slide 23 - Open question
The children saw several ___ (fox) in the forest.
Slide 24 - Open question
We bought fresh ___ (tomato) from the market.
Slide 25 - Open question
She has two ___ (child) who go to school.
Slide 26 - Open question
They took pictures of the beautiful ___ (butterfly) in the garden.
Slide 27 - Open question
The ___ (leaf) are falling from the trees.
Slide 28 - Open question
The zoo has a variety of wild ___ (animal).
Slide 29 - Open question
The ___ (woman) at the store were very helpful.
Slide 30 - Open question
The farmers harvested the ___ (potato) from the field.
Slide 31 - Open question
The ___ (man) were working on the construction site.
Slide 32 - Open question
The library has several ___ (shelf) filled with books.
Slide 33 - Open question
The ___ (fish) in the pond are colorful.
Slide 34 - Open question
The ___ (bus) were all running late today.
Slide 35 - Open question
She has two pet ___ (mouse) in a cage.
Slide 36 - Open question
The ___ (foot) of the mountains were covered in snow.
Slide 37 - Open question
Exercise 2
Maak de WordWall op de volgende pagina
Slide 38 - Slide
wordwall.net
Slide 39 - Link
Exercise 3
Translate the sentences from Dutch to English
Maak deze opdracht als je het makkelijk vindt
Slide 40 - Slide
Wat is het enkelvoud van kinderen?
Slide 41 - Open question
De baby's hebben elk één fopspeen. (pacifier)
Slide 42 - Open question
Drie jongens en twee meisjes hebben zes aardappels.
Slide 43 - Open question
Wat is het enkelvoud van...?
houses
Slide 44 - Open question
Ik heb twee cactussen en één spijkerbroek op mijn balkon.
Slide 45 - Open question
De mannen eten pizzas en drinken twee glazen bier.
Slide 46 - Open question
De vrouw heeft meerdere sjaals in haar kasten. (= cupboard)
Slide 47 - Open question
Voeg tomaten en komkommers toe aan de salades.
Slide 48 - Open question
De muizen hebben scherpe tanden.
Slide 49 - Open question
Ik heb mijn pyajama aan en mijn bril op.
Slide 50 - Open question
Slide 51 - Slide
More lessons like this
Plurals
October 2022
- Lesson with
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Singulars & plurals Lesson 4 'In The City ' year 2
January 2023
- Lesson with
42 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Plurals
January 2023
- Lesson with
46 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
1.1 Plurals
September 2022
- Lesson with
46 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
12 June TLH
June 2020
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling: plurals
May 2024
- Lesson with
48 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
November 15 2022
November 2021
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
9/9
September 2024
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1