Quiz eindexamen 24

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 4

Quiz eindexamen Nederlands

Wat neem je mee naar het eindexamen?

1. Pen en schrift
2. Woordenboek en aantekeningen
3. Pen en woordenboek
4. Woordenboek

Hoe kun je jezelf voorbereiden op het examen?

1. Oefenen en leerstof bestuderen
2. Leren
3. Dat kun je niet
4. Leerstof doornemen

Waaruit bestaat het eindexamen Nederlands?

1. Spelling & grammatica, leesteksten en schrijfopdracht
2. Schrijfopdrachten en leesteksten
3. Leesteksten, kijk- en luisteren en schrijfopdracht
4. Leesteksten en kijk- en luisteren

Tekstdoel van dit leesboek?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Activeren
4. Overtuigen

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

1. want
2. omdat
3. en
4. maar

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden

maar, daarentegen

Bijvoorbeeld, neem nou

Ten eerste, als laatste, ABC

Eerst, vervolgens, daarna

Doordat, waardoor

Tijdsvolgorde

Oorzaak- gevolg

Opsomming

Tegenstelling

Voorbeeld

'De grote ... huis gaat.' (Regels 4-5)

1. Dit citaat is goed
2. Dit citaat is fout

Op welke manier kan een tekst niet worden ingeleid?
Door ….

1. Een deskundige voor te stellen
2. De aanleiding te geven voor het schrijven van de tekst
3. Een conclusie te trekken
4. Een voor de tekst belangrijke vraag te stellen

Sleep het juiste tekstdoel naar het juiste plaatje.

Informeren

Amuseren

Activeren

Overtuigen

Wat wil men weten als er wordt gevraagd naar de aanleiding van het schrijven van de tekst?

1. Hoe de schrijver op het idee is gekomen om de tekst te gaan schrijven
2. Voor wie de tekst bedoeld is (publiek)
3. Wat het doel is van de tekst
4. Welke tekstsoort het is

Een artikel bestaat uit 7 alinea’s. Welke alinea’s vormen hoogstwaarschijnlijk het middenstuk?

1. 1 t/m 7
2. 2 t/m 7
3. 2 t/m 6
4. 3 t/m 5

Wat moet je doen als je een tussenkopje moet bedenken voor meerdere alinea’s?

1. Kijken waar de eerste alinea over gaat
2. Kijken waar de hele tekst over gaat
3. Zoeken naar de hoofdgedachte van de tekst
4. Kijken naar de overeenkomst tussen de alinea's

Welk signaalwoord hoort NIET bij het redengevend tekstverband?

1. daarom
2. want
3. omdat
4. daarmee

Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband OPSOMMING?

1. bovendien
2. zoals
3. verder
4. ook

welke signaalwoorden horen niet bij elkaar?

1. Maar, daarentegen, echter
2. Op voorwaarde dat, als… dan, indien
3. Waarmee, het doel is, om te
4. Ook, soms, zoals

De oogst is mislukt, doordat het al maanden ontzettend heet is.
Welk tekstverband (en volgorde) zit in deze zin?

1. gevolg - oorzaak
2. oorzaak - gevolg
3. middel - doel
4. doel - middel

Als er gevraagd wordt naar het (tekst)verband tussen alinea 3 en 4, waar ga je dan als eerste kijken?

1. In de eerste zin van alinea 3
2. In de laatste zin van alinea 3
3. In de eerste zin van alinea 4
4. Je leest gewoon het hele stuk door.

Welke uitspraak is niet objectief, dus geen feit?

1. Er wonen in Dubai 2,1 miljoen mensen.
2. In Dubai kun je in de zomer niet buiten voetballen.
3. De meeste inwoners van Dubai komen uit India.
4. In Dubai staat de hoogste toren van de wereld.

Welke uitspraak is niet subjectief, is dus geen mening?

1. Ik vind PSV een leuke club.
2. Ik hoop dat PSV ieder jaar kampioen wordt.
3. Ajax is de landskampioen van 20/21.
4. Ajax is de beste club van de wereld!

Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.

Rapunzel

afscheid disneyprinsessen

onderwerp

deelonderwerp

hoofdgedachte

Op welke manier moet je je zakelijke mail beginnen?

1. Deze mail schrijf ik u, omdat...
2. Geachte meneer Dijkstra,
3. Mijn naam is Jan Koopmans en ...
4. Met vriendelijke groet,

Wat moet je absoluut niet vergeten bij het schrijven van een zakelijke e-mail (er zijn meerdere antwoorden goed)?

1. invullen van het onderwerp
2. alinea-verdeling
3. witregels
4. afsluiting

Welke aanhef van een zakelijke e-mail is juist als je de naam van de geadresseerde niet weet?

1. Geachte heer/ mevrouw,
2. Geachte hr/vrw,
3. Geachte heer/vrouw,
4. Geachte mr/mvr,

Op welke manier sluit je je zakelijke brief af?

1. M.v.g. + voor- en achternaam
2. Groeten, + voor- en achternaam
3. Met vriendelijke groet, + voor- en achternaam
4. Tot ziens, + voor- en achternaam

Wat moet je absoluut niet vergeten bij het schrijven van een artikel (er zijn meerdere antwoorden goed)?

1. Titel
2. Alinea-verdeling (inleiding, middenstuk en slot)
3. Voor- en achternaam onderaan artikel
4. Regel wit na de titel

Welke conventies gelden niet bij een artikel?

1. Titel
2. Indeling in alinea's
3. Passend taalgebruik
4. Slotformule

Tot slot

- Je bent er klaar voor! :)

- Oefen oude examens via www.examensite.nl

- Zorg dat je weet wat er van je verwacht wordt bij het artikel en de zakelijke e-mail

- Schrijf je vragen op voor de facultatieve lessen

- Stuur oefenopgaves naar je docent voor feedback.