Disk woordenschat thema 12
1 / 33
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
DE of HET?
activiteit
activiteit
A
de
B
het
Slide 2 - Quiz
DE of HET?
aflevering
aflevering
A
de
B
het
Slide 3 - Quiz
DE of HET?
bloed
bloed
A
de
B
het
Slide 4 - Quiz
DE of HET?
deelnemer
deelnemer
A
de
B
het
Slide 5 - Quiz
DE of HET?
elftal
elftal
A
de
B
het
Slide 6 - Quiz
DE of HET?
evenement
evenement
A
de
B
het
Slide 7 - Quiz
DE of HET?
interesse
interesse
A
de
B
het
Slide 8 - Quiz
DE of HET?
tiental
tiental
A
de
B
het
Slide 9 - Quiz
DE of HET?
uitnodiging
uitnodiging
A
de
B
het
Slide 10 - Quiz
DE of HET?
training
training
A
de
B
het
Slide 11 - Quiz
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de oplossing
(Schrijf ook het lidwoord)
de oplossing
Slide 12 - Open question
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het schema
(Schrijf ook het lidwoord)
het schema
Slide 13 - Open question
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de scheidsrechter
(Schrijf ook het lidwoord)
de scheidsrechter
Slide 14 - Open question
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de uitnodiging
(Schrijf ook het lidwoord)
de uitnodiging
Slide 15 - Open question
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het tiental
(Schrijf ook het lidwoord)
het tiental
Slide 16 - Open question
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het plaatje
(Schrijf ook het lidwoord)
het plaatje
Slide 17 - Open question
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de wedstrijd
(Schrijf ook het lidwoord)
de wedstrijd
Slide 18 - Open question
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de knoop
(Schrijf ook het lidwoord)
de knoop
Slide 19 - Open question
Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het verslag
(Schrijf ook het lidwoord)
het verslag
Slide 20 - Open question
Schrijf het werkwoord goed:
De docent .... de wedstrijd. (begeleiden)
De docent .... de wedstrijd. (begeleiden)
Slide 21 - Open question
Schrijf het werkwoord goed:
Het meisje ... in haar vinger. (knippen)
Het meisje ... in haar vinger. (knippen)
Slide 22 - Open question
Schrijf het werkwoord goed:
Het team ... de volgende wedstrijd. (plannen)
Het team ... de volgende wedstrijd. (plannen)
Slide 23 - Open question
Schrijf het werkwoord goed:
Ik ... de aandacht over de leerlingen. (verdelen)
Ik ... de aandacht over de leerlingen. (verdelen)
Slide 24 - Open question
Schrijf het werkwoord goed:
Wij ... de regels ... (voorlezen)
Schrijf hier de hele zin!
Wij ... de regels ... (voorlezen)
Schrijf hier de hele zin!
Slide 25 - Open question
Het is vandaag een warme dag. De zon schijnt ...
A
divers
B
fel
C
verdelen
D
vervangen
Slide 26 - Quiz
Jimmy heeft pijn in zijn rug. Hij kan net verder spelen. We moeten hem ...
A
divers
B
fel
C
verdelen
D
vervangen
Slide 27 - Quiz
Ze zeggen dat de scheidsrechter niet goed heeft opgelet, maar dat is niet waar. Ik vind die opmerking ...
A
onterecht
B
springen
C
knippen
D
terecht
Slide 28 - Quiz
Als je pijn in het voelt hebt, kun je meestal niet goed ...
A
onterecht
B
springen
C
knippen
D
terecht
Slide 29 - Quiz
Aron heeft gister gewonnen met voetbal. Hij heeft er ... verslag van gedaan.
A
fel
B
gebeurd
C
geknikt
D
uitgebreid
Slide 30 - Quiz
Wat is er met jou ...? Je kijkt zo verdrietig
A
fel
B
gebeurd
C
geknikt
D
uitgebreid
Slide 31 - Quiz
Mohamed is boos op Ibrahim dat is ... . Ibrahim heeft zijn fiets kapot gemaakt.
A
onterecht
B
terecht
C
verdeelt
D
treft
Slide 32 - Quiz
Morgen is er een wedstrijd van Ajax in Amsterdam. Dan ... het team de voetballers van AZ uit Alkmaar.
A
onterecht
B
terecht
C
verdeelt
D
treft
