Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
b1b - Mens & Maatschappij
1. Stil lezen
2. SO 4.3 + 4.4 Opgeven
3. Uitleg WO1
3. Herhaling §4.3 + §4.4
Naar LessonUp.app!!
Slide 1 - Slide
b1d - Mens & Maatschappij
1. PW 4.3 + 4.4 Opgeven
2. Herhaling §4.3 + §4.4
Naar LessonUp.app!!
Dinsdag 4 juni 1e uur (Morgen!!)
Slide 2 - Slide
b1d - Mens & Maatschappij
1. PW 4.3 + 4.4 Opgeven
2. Herhaling §4.3 + §4.4
Naar LessonUp.app!!
Dinsdag 4 juni 1e uur
Slide 3 - Slide
timer
10:00
Stil lezen
Voor de strafregelschrijvers...
Ik neem voortaan mijn leesboek mee voor stil lezen en zorg er voor dat ik hem niet meer vergeet.
Slide 4 - Slide
Noem voorbeelden van voorzieningen.
Slide 5 - Mind map
Noem voorbeelden van voorzieningen die je kunt vinden in een dorp of stad.
Slide 6 - Open question
Welke stad is zowel een megastad, een hoofdstad als een wereldstad?
A
Amsterdam
B
New York
C
Tokio
D
Barcelona
Slide 7 - Quiz
Welke stad is zowel een megastad, een hoofdstad als een wereldstad?
A
London
B
Moskou
C
Los Angeles
D
Sydney
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Bekijk de bron Welke zin over miljoenensteden in de wereld is juist?
A
Als er veel inwoners in een stad wonen, zijn er ook altijd veel megasteden
B
In Australië wonen de meeste mensen op het platteland
C
De meeste megasteden liggen in Azië
D
In veel landen in Oost-Afrika woont meer dan de helft van de mensen in een stad
Slide 10 - Quiz
Vanaf hoeveel inwoners is een stad een megastad?
A
100.000 inwoners
B
1.000.000 inwoners
C
10.000.000 inwoners
D
5.000.000 inwoners
Slide 11 - Quiz
Vanaf hoeveel inwoners is een stad een megastad?
A
1 miljoen inwoners
B
10 miljoen inwoners
C
5 miljoen inwoners
D
80 miljoen inwoners
Slide 12 - Quiz
Havens en vliegvelden zijn onderdeel van de infrastructuur van een stad.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Welke voorzieningen zijn onderdeel van de infrastructuur van een stad?
A
Winkels en restaurants
B
Parken en musea
C
Havens en vliegvelden
D
Scholen en ziekenhuizen
Slide 14 - Quiz
Wanneer mensen van de stad naar het platteland verhuizen, heet dit urbanisatie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Hoe noem je het wanneer mensen van het platteland naar de stad verhuizen?
A
Suburbanisatie
B
Urbanisatie
C
Emigratie
D
Globalisatie
Slide 16 - Quiz
Waar kom je meer voorzieningen tegen?
A
In de stad
B
Op het platteland
Slide 17 - Quiz
Een wereldstad is belangrijk voor de hele wereld
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Welke van de volgende steden is, net als New York, zowel een wereldstad als een megastad, maar geen hoofdstad?
A
Berlijn
B
Los Angeles
C
Tokio
D
Geen van bovenstaande
Slide 19 - Quiz
Welke van deze steden past bij New York?
A
Megastad
B
Hoofdstad
C
Wereldstad
D
Geen van bovenstaande
Slide 20 - Quiz
Waar wonen de meeste mensen die werken in het zakencentrum?
A
In de buitenwijken van de stad
B
In luxe appartementen in het zakencentrum
C
In dorpen ver weg van de stad
D
In hotels dicht bij hun werk
Slide 21 - Quiz
Waar wonen de mensen die werken in het zakencentrum meestal?
A
In het zakencentrum
B
In de voorstad
C
In de krottenwijken
D
In het zakencentrum
Slide 22 - Quiz
Stad
Platteland
Slide 23 - Drag question
Stad
Platteland
Nederland
Slide 24 - Drag question
Welke van de cirkels zal het meest veranderen in de toekomst? Leg je antwoord uit.
Slide 25 - Open question
Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Meer dan 10.000 inwoners
Minder dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen
Slide 26 - Drag question
Zet in de juiste volgorde.
Urbanistatie
1.
2.
3.
Hierdoor groeiden de steden en werden ze steeds groter en drukker.
Eind 19e eeuw was er weinig werk op het platteland en kwamen er steeds meer fabrieken in de stad. Mensen trokken daarom naar de stad om in de fabrieken te werken.
Mensen verhuisden naar deze steden om er te wonen. Ze kregen daar kinderen, en hun kinderen kregen op hun beurt ook weer kinderen.
Slide 27 - Drag question
Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.
Meer dan 10 miljoen inwoners.
Vaak zit de regering daar.
Slide 28 - Drag question
Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.
Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg.
Mensen wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen.
Slide 29 - Drag question
In welke stad zit vaak de regering van een land?
A
Megastad
B
Wereldstad
C
Hoofdstad
Slide 30 - Quiz
Welk stadsdeel zie je op dit plaatje?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
D
Geen van deze 3
Slide 31 - Quiz
Welk stadsdeel zie je op dit plaatje?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
D
Geen van deze 3
Slide 32 - Quiz
Welk stadsdeel zie je op dit plaatje?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
D
Geen van deze 3
Slide 33 - Quiz
Het gebied waarin veel steden in Nederland liggen noemen we.......
Slide 34 - Open question
Noem de 4 grote steden van de Randstad.
Slide 35 - Open question
Gebied in het midden van de Randstad met weilanden en natuur.
Slide 36 - Open question
Binnenstad
19e eeuwse wijk
Vinex-wijk
Een mix van villa's en goedkopere huurwoningen door elkaar met veel groen.
Nauwe straatjes met winkels en cafeetjes in het oude centrum.
Veel kleine woningen dicht op elkaar, weinig groen.
Slide 37 - Drag question
Renovatie
Leefbaarheid
Hoogbouwwijk
In deze wijk staan veel flats.
Slechte huizen worden opgeknapt.
Beschrijving die aangeeft of het in een wijk veilig en prettig wonen is.