PO H6 Pluriforme samenleving

H6 Pluriforme samenleving
Praktische opdracht:
beantwoord de vragen en maak de opdrachten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6 Pluriforme samenleving
Praktische opdracht:
beantwoord de vragen en maak de opdrachten

Slide 1 - Slide

Dit is een voorbeeld van
een ........................................
subcultuur
A
etnische
B
religieuze
C
muzikale
D
politieke

Slide 2 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
een ........................................
subcultuur
A
etnische
B
religieuze
C
plaatsgebonden
D
politieke

Slide 3 - Quiz

Wat is een pluriforme samenleving?

Slide 4 - Open question

Bas (17) is tijdens carnaval ontzettend trots op zijn provincie: "Wij Limburgers weten hoe we carnaval moeten vieren. Maanden zijn we bezig met de voorbereidingen voor een originele outfit"
Dit is een voorbeeld van een subcultuur per....
A
geloof
B
plaats
C
afkomst

Slide 5 - Quiz

Nederlanders zijn gierig, dat is een
A
vooroordeel
B
stereotype
C
feit

Slide 6 - Quiz

Sonja is zielig, want zij zit in een rolstoel. Dit is een
A
vooroordeel
B
stereotype
C
feit

Slide 7 - Quiz

Wat betekent tolerantie?

A
Dat je in de meerderheid bent
B
Dat je iedereen goed vind en accepteert hoe die is
C
Dat je niet iedereen accepteert maar alleen je eigen volk
D
Dat je alleen naar jezelf kijkt en niet naar anderen

Slide 8 - Quiz

Beschrijf in je eigen woorden waarom tolerantie en respect belangrijk zijn in een pluriforme samenleving. Laat goed merken dat je weet wat de drie begrippen inhouden!

Slide 9 - Open question

Wie kwamen er in de jaren '60 van de vorige eeuw naar Nederland?
A
Irakezen, vanwege de oorlog in hun land
B
asielzoekers vanuit Duitsland en België
C
Turken en Marokkanen om hier te werken.
D
Surinamers omdat hun land onafhankelijk werd.

Slide 10 - Quiz

Wat heeft dit plaatje met discriminatie te maken?
In je antwoord laat je duidelijk merken dat je weet wat discriminatie betekent.

Slide 11 - Open question

Welke uitspraak is juist?
Uitspraak 1 : Stereotypen kunnen leiden tot vooroordelen
Uitspraak 2 : Over Nederlanders bestaan stereotypen


A
Beide uitspraken zijn fout
B
Uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist
C
Uitspraak 2 is juist, uitspraak 1 is onjuist
D
Beide uitspraken zijn goed

Slide 12 - Quiz

Is deze afbeelding een voorbeeld van leeftijdsdicriminatie?
LEG duidelijk UIT waarom wel/niet.
Laat in je antwoord merken dat je weet wat discriminatie inhoudt.

Slide 13 - Open question


Pluriforme samenleving

Zoek een nieuwsbericht dat bij dit hoofdstuk past en plak dat hieronder.

Slide 14 - Open question

Einde

Slide 15 - Slide