Plannen

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Ik vind het vervelend als iemand te laat komt.

1. Ja, vaak wel.
2. Ja, soms.
3. Nee, meestal niet.
4. Nee, nooit.

Ik vind het belangrijk om gemaakte afspraken na te komen.

1. Ja, vaak wel.
2. Ja, soms.
3. Nee, meestal niet.
4. Nee, nooit.

Ik kom vaak tijd te kort om alles te doen wat ik wil doen.

1. Ja, vaak wel.
2. Ja, soms.
3. Nee, meestal niet.
4. Nee, nooit.

Maak jij wel eens een planning voor 1 dag?

1. Ja, vaak wel.
2. Ja, soms.
3. Nee, meestal niet.
4. Nee, nooit.

Gebruik jij een agenda?

1. Ja
2. Nee
3. Ik schrijf mijn plannen ergens anders op.
4. Het lukt mij om alles te onthouden.

Je hebt over een week een toets van gsak. Hoe voel jij je nu?

1. Ik maak nu een planning en begin vandaag met leren.
2. Oei, ik maak een planning en begin morgen met leren... of overmorgen.
3. In het weekend zal ik er eens naar gaan kijken.
4. Een week? Ik heb nog tijd genoeg!

Morgen heb je de toets van gsak.
Hoe voel jij je (meestal)?

1. Ik heb met planning gevolgd en ben supergoed voorbereid.
2. Ik had misschien iets beter kunnen leren, maar ik haal wel een voldoende.
3. Oef... was ik maar eerder begonnen... hopen dat het goed komt.
4. MORGEN EEN TOETS!?!?!?!

Plannen...
Wat vind jij lastig?

laatste stukje van dit filmpje hoef je niet te laten zien. Daar wordt verwezen naar een andere agenda. Stoppen van 3.23

Takenlijst

• Huiswerk opschrijven
• Activiteiten opschrijven
• Overzicht maken van de beschikbare tijd per dag

Leren

• Oefenen 
• Herhalen
• Onthouden

Grote taak in kleinere taken verdelen 

Wissel leer- en maakwerk af

Duidelijke taken

Tijd inplannen

Wissel werken en pauze 

goed af

Stappenplan plannen

1. Bedenk welke taken je moet doen = takenlijst maken
2. Hak de taken in deeltaken
   
3. Bedenk hoeveel tijd elke taak kost
   
4. Stel prioriteiten = wat moet ik al eerste doen?
5. Maak een planning (zorg voor afwisseling)
   
6. Voer de planning uit
   
7. Reflecteer op de planning

Maak een planning

1. Hoe wil je plannen? Op papier, in een agenda of digitaal?

2. Maak een Takenlijst van al je geplande activiteiten: school, huiswerk, werk, taken thuis, sport, vrije tijd, rust. 

3. Kijk hoeveel tijd je hebt om dit te doen. 

4. Verdeel de dingen die je moet doen over de dagen die je hebt. Stel prioriteiten!

5. Gebruik kleuren/markers als je zo beter overzicht krijgt.

Klaaaar?

Laat je weekplanner zien! 

Huiswerk

Gebruik deze week je planner. 

Noteer of je planning klopt. Zo niet, pas deze dan aan. 

Neem je (aangepaste) planning mee naar het BG-uur volgende week. 

Waarom is het belangrijk om later terug te kijken naar je planning?

Vragen?