Voor eigen risico en rekening een bedrijf beginnen. Door iets te verkopen aan klanten verdien je een inkomen.
Slide 2 - Slide
Omzet
De verkoopopbrengst van jouw verkochte goederen/diensten
Slide 3 - Slide
Bedrijfskosten
Alle noodzakelijke kosten die je maakt voor je bedrijf.
Bijvoorbeeld: loon van je personeel, huur, etc.
Slide 4 - Slide
ZZP'er
Zelfstandige zonder personeel
Slide 5 - Slide
Dienstverlenende bedrijven
Een onderneming die een dienst verleent.
Bijvoorbeeld een bioscoop
Slide 6 - Slide
Handelsonderneming
Ondernemingen die producten inkopen en daarna weer verkopen.
Slide 7 - Slide
Fabriek
Een grote werkplek waar spullen worden gemaakt. In de fabriek worden grondstoffen of halffabrikaten, dat zijn een soort half-afgemaakte spullen, gebruikt om nieuwe dingen te maken.
Slide 8 - Slide
Product
Iets dat wordt gemaakt of geproduceerd om aan een behoefte of vraag te voldoen. Kan zowel een goed als een dienst zijn.
Slide 9 - Slide
Goederen
Tastbare producten zoals computers, telefoons, brood en kleding.
Slide 10 - Slide
Diensten
Diensten zijn niet tastbaar, zoals een festivalbezoek en een behandeling bij de huisarts.
Slide 11 - Slide
Vraagvoorspelling
Proberen te weten waar de klant behoefte aan gaat krijgen.
Slide 12 - Slide
Behoeften
Het verlangen naar iets.
Onderscheiden in primaire en secundaire behoeften
Slide 13 - Slide
UBO
Ultimate Beneficial Owner (UBO)
UBO's zijn de mensen die de uiteindelijke eigenaar zijn van, of mogen beslissen over een organisatie.
Slide 14 - Slide
Vermogen
De totale waarde van de bezittingen van een persoon of bedrijf.
Slide 15 - Slide
Cradle to cradle
De gebruikte grondstoffen worden volledig hergebruikt, zonder hun waarde te verliezen.
Slide 16 - Slide
Continuiteit
Het voortbestaan van het bedrijf.
Slide 17 - Slide
On demand
Op aanvraag/op bestelling
Slide 18 - Slide
Duurzaam ondernemen
Ander woord voor MVO.
Duurzame ondernemingen denken na over de 3p's
Planeet
Mensen
Winst
Slide 19 - Slide
MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Ondernemen en rekening houden met gezondheid, duurzaamheid en milieu.
Slide 20 - Slide
Ondernemings(rechts)vorm
De juridische (rechts)vorm waarin het bedrijf wordt gegoten.
Slide 21 - Slide
Rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid
Dit betekent dat de eigenaar van het bedrijf persoonlijk verantwoordelijk is voor de schulden en verplichtingen van het bedrijf.
Bijvoorbeeld als een eenmanszaak failliet gaat, dan is de eigenaar privé aansprakelijk
Slide 22 - Slide
Rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid
Het bedrijf wordt beschouwd als een aparte 'persoon', los van de eigenaren. Dit betekent dat het bedrijf zelf verantwoordelijk is voor haar schulden en verplichtingen, en niet de individuele eigenaren.
Slide 23 - Slide
Eenmanszaak
Een kleine onderneming waarbij één persoon de controle heeft.
Slide 24 - Slide
Vennootschap onder Firma
Als 2 of meer personen onder een gemeenschappelijke naam een onderneming beginnen.
Slide 25 - Slide
BV (besloten vennootschap)
Ondernemingsvorm met meerdere eigenaren.
Bv is een rechtspersoon. Niet de eigenaren, maar de bv is aansprakelijk voor de schuld.
Slide 26 - Slide
NV (Naamloze vennootschap)
Ondernemingsvorm waarvan het vermogen is verdeeld in aandelen. Iedereen kan (voor een stukje) eigenaar worden door aandelen te kopen.
Slide 27 - Slide
Coöperatieve vereniging
Vereniging met leden.
De leden hebben een gemeenschappelijk doel, bijvoorbeeld samen inkopen.
Voorbeeld: Wail, Yassir en Stephan kopen samen paracetamol in
Zo wordt het goedkoper om in te kopen en kunnen ze concurreren met Etos en Kruidvat.
Slide 28 - Slide
Wettelijke aansprakelijkheid
Binnen een vereniging is iedereen aansprakelijk voor gelijke delen. Als iemand zijn deel niet kan betalen dan betalen de andere leden het tekort.
Slide 29 - Slide
Beperkte aansprakelijkheid
De leden zijn aansprakelijk tot een maximum. Dit maximum is opgenomen in een akte.
Slide 30 - Slide
Uitgesloten aansprakelijkheid
De leden kunnen alleen de eigen bijdrage kwijtraken.