3h 6 april

welkom 3h!
  • toetsstof per hoofdstuk doornemen
  • enkele oefenopdrachten maken
  • huiswerk: oefentoets maken en nakijken
  • leesboek meenemen naar toetsen! 

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

welkom 3h!
  • toetsstof per hoofdstuk doornemen
  • enkele oefenopdrachten maken
  • huiswerk: oefentoets maken en nakijken
  • leesboek meenemen naar toetsen! 

Slide 1 - Slide

blz 78
leer de dikgedrukte woorden
Ken ook de vaste tekststructuren blz 52!!!

Slide 2 - Slide

je moet de structuur van de tekst aangeven.

Slide 3 - Slide

blz 92

Slide 4 - Slide

blz 100 formuleren
fouten in verwijswoorden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit

Slide 7 - Quiz

Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit

Slide 8 - Quiz

blz 102
schrijfwijze getallen

Slide 9 - Slide

blz 112 en 113

Slide 10 - Slide

blz 113

Slide 11 - Slide

blz 126 en 127 
pleonasme: ronde cirkel
tautologie: enkel en alleen

Slide 12 - Slide

Wat is een pleonasme?
A
Twee woorden die ten onrechte worden vermengd
B
Twee woorden in één zin die allebei een ontkennend zijn.
C
Hetzelfde woord wordt twee keer genoemd met dezelfde betekenis.
D
Een deel van het woord wordt door een ander woord uitgedrukt.

Slide 13 - Quiz

Welk woord is een pleonasme?
A
witte sneeuw
B
gave muziek
C
spannend boek
D
oranje broek

Slide 14 - Quiz

Wat is een tautologie?
A
Hetzelfde woord wordt twee keer genoemd met dezelfde betekenis.
B
Twee woorden in één zin die allebei een ontkennend zijn.
C
Twee woorden die ten onrechte worden vermengd
D
Een deel van het woord wordt door een ander woord uitgedrukt.

Slide 15 - Quiz

Tautologie
A
blij en verheugd
B
heden en verleden
C
groen gras
D
uren op jou te wachten

Slide 16 - Quiz

blz 136 en verder
Leer en oefen de theorie

Slide 17 - Slide

werkwoordspelling
Belangrijk onderdeel in de toets!!!

Slide 18 - Slide

Wat is de juiste spelling van de werkwoorden in onderstaande zin?
Volgens mij heb jij je haar (veranderen) of (verbeelden) ik me dat nu maar?
A
verandert, verbeelt
B
veranderd, verbeelt
C
veranderd, verbeeld
D
verandert, verbeeld

Slide 19 - Quiz

De regel van 't ex- kofschip is voor..
A
spelling van werkwoorden in VT
B
spelling van werkwoorden in TT
C
spelling van zelfstandige naamwoorden
D
spelling van alle woorden

Slide 20 - Quiz

huiswerk voor de volgende les
Maak de oefentoets die in magister huiswerk staat.

Slide 21 - Slide