Bron 1661: De gekste medicijnen ooit

1 / 22

Slide 1: Slide

Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat heb je nodig

- potlood en gum

- markeerstift

- Chromebook

- goede luisterhouding

Slide 2 - Slide

Waar denk je dat
de tekst over gaat?

Slide 3 - Mind map

Doelen van de les

Lesdoel: Ik kan de kwaal en het medicijn in een schema zetten.

Leesdoel: Ik weet welke medicijnen mensen vroeger gebruikten bij verschillende kwalen.

Slide 4 - Slide

Filmpje voeger

Slide 5 - Slide

De juf leest voor

Lees goed mee

Slide 6 - Slide

Moeilijke woorden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Tekst samen lezen

- wijs met je vinger mee

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Schema invullen: de juf doet het voor

Slide 15 - Slide

Opdracht

Jullie gaan het schema invullen. Lees goed terug. Vul in wat de kwaal is en welke 'medicijn' erbij hoort.

Slide 16 - Slide

Waarom staat het woord 'medicijnen' tussen aanhalingstekens?

Slide 17 - Open question

Welke 'medicijnen' worden het hier verkocht?

Medicijnen die je bij de drogist kunt kopen.

Medicijnen die vroeger werden gebruikt.

Nieuwe medicijnen die nog moeten worden uitgetest.

Slide 18 - Quiz

Wat deden artsen soms tegen hoofdpijn?

Ze boorden een gaatje in het hoofd van de patiënt.

Ze gaven de patiënt een pil.

Ze wreven zalf op het hoofd van de patiënt.

Slide 19 - Quiz

Artsen voerden vroeger soms een aderlating uit. Wat gebeurt er bij een aderlating?

De arts laat de aderen van de patiënt met rust.

De arts neemt een druppel bloed.

De arts maakt een snee in de patiënt.

Slide 20 - Quiz

Heb jij weleens kwalen gehad die in de bron worden genoemd?

Slide 21 - Open question