woordenschat thema 8 beginner

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b, havo
• Leerjaar 1

Woordenschat thema 8

kies steeds het juiste antwoord

dit is een...

1. letter
2. cijfer

Wat vind jij ___? Huiswerk maken of koken?

1. erger
2. meer

Sjef fietste heel hard. Hij was ___ op school dan Ali.

1. smaller
2. eerder

We wonen in een klein huis. Het ___ is dat ik weinig ruimte heb.

1. gevoel
2. gevolg

Je bent ___ na die vrouw aan de beurt.

1. direct
2. makkelijk

Wat is er ___? Ik ben gevallen.

1. nieuw
2. gebeurd

Mijn zus vraagt: mag ik je pen gebruiken? Dat mag, maar ze mag hem niet ___.

1. afpakken
2. doorgaan

Zullen we nog even ___? We zijn bijna klaar.

1. doorgaan
2. dragen

Ik wil je graag ___. Zeg maar wat ik kan doen.

1. helpen
2. afpakken

Het meisje is hier zonder haar moeder, ze is helemaal _______

1. nieuw
2. alleen

De jongen kijkt _____ het raam naar buiten.

1. door
2. in

De docent vroeg Max om nog even te _________.

1. blijven
2. roddelen

De muziek staat veel te _____, ik hoor de docent niet.

1. hard
2. erg

Wil je koffie? Nee, _______.

1. alsjeblieft
2. bedankt

____ ik ziek ben, blijf ik thuis.

1. want
2. als