hoofdstuk 5

hoofdstuk 5
Jong geleerd , oud gedaan
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

hoofdstuk 5
Jong geleerd , oud gedaan

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
In deze presentatie leer je...
  • waarom mensen verschillende financiële beslissingen nemen tijdens de levensloop
  • wat ruilen over de tijd is (intertemporele ruil). 
  • wat het verschil is tussen een stroomgrootheid en een voorraadgrootheid. 
  • Wat opofferingskosten zijn. 

Slide 2 - Slide

De levensfasen van een mens

Slide 3 - Slide

In je leven doorloop je verschillende fases.
Samen vormen deze levensfases je levensloop.


Slide 4 - Slide

Je kunt op twee manieren naar je financiële situatie kijken:
1. Per levensfase kan je bekijken wat er in die periode 
financieel gezien is gebeurd. = Stroomgrootheid 


2. Je kunt ook bekijken wat er op een bepaald moment financieel gezien is gebeurd. = Voorraadgrootheid 
Stroomgrootheid:
Grootheid die per tijdseenheid wordt gemeten.
Voorbeelden zijn inkomen en consumptie

Voorraadgrootheid:
Grootheid die op een bepaald tijdsstip wordt
gemeten. Voorbeelden zijn vermogen en schulden.

Slide 5 - Slide

Ruilen over de tijd 
Sparen: je stelt je consumptie uit
Lenen: je vervroegt je consumptie

inter tempo rele ruil
tussen de tijd

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Waarom is studeren ruilen over de tijd?
  • De keuze tussen werken of studeren is ook een voorbeeld van ruilen over de tijd. 
  • Wie op jonge leeftijd kiest voor een baan, heeft als vroegverdiener meer mogelijkheden om te consumeren. 
  • Als je kiest voor doorleren, word je een laatverdiener en moet je consumptie uitstellen. Maar dan heb je wel kans op een hoger inkomen per jaar.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat offer je op voor je studie
opofferingskosten zijn de kosten die maakt voor het op één na beste alternatief. 

Slide 10 - Slide

voorbeeld
Je hebt de keuze:

een avondje naar de bioscoop. Dat kost € 25.
of een avondje werken. Dat levert € 15 op.
Wanneer je ervoor kiest om naar de bioscoop te gaan, dan offer je € 15 inkomsten daarvoor op. Dat noemen we de opofferingskosten (of opportunity costs).

Slide 11 - Slide

even samen nadenken
Ga naar lessonUp 

Slide 12 - Slide

wat offer je op als je na je havo naar het HBO gaat?

Slide 13 - Mind map

Als je met pensioen gaat krijg je AOW.
Waarom noemen we dit ruilen over de generaties?

Slide 14 - Open question

Wat offer je op als je besluit niet met pensioen te gaan maar door blijft werken?

Slide 15 - Mind map

aan de slag
Maak de Checklist 5.1 en 5.2 en lees paragraaf 5.1 en 5.2 goed door. 
Morgen meer informatie over de Praktische opdracht. 
Zorg in ieder geval voor een groepje van 4 leerlingen.

Slide 16 - Slide

week 44 les 2
paragraaf 5.3 en de inleiding van de praktische opdracht

Slide 17 - Slide

De levensloop
Voor je financiële levensloop maak je een begroting. Dit is een schatting van alle inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode.
  • studeren
  • werken
  • pensioen

Slide 18 - Slide

studeren
Wat kost studeren?
Bekijk de site van het Nibud eens!


Slide 19 - Slide

werken en kinderen
Het Nibud becijfert dat een kind tot 12 jaar ruim 50.000 euro kost. Dat komt neer op 4.320 euro per jaar. 
Kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar kosten gemiddeld een kleine 30.000 euro. Dat is 4.766 euro per jaar. 

Slide 20 - Slide

Met pensioen

Slide 21 - Slide

soorten uitgaven
  • vasten lasten
  • reserveringsuitgaven
  • huishoudelijke uitgaven

Slide 22 - Slide

praktische opdracht
we gaan aan de slag.
Er zijn naast een aantal groepjes van 4 ook een aantal groepjes van 3.
huiswerk voor volgende week  checklist 5.3

Slide 23 - Slide

week 45 les 2
checklist 5.4 

Slide 24 - Slide

par. 5.4 met pensioen
Na de Tweede Wereldoorlog voerde de Nederlandse regering tal van uitkeringen in. Eén van deze uitkeringen was een pensioen voor iedere Nederlander: een wet die in 1957 werd omgebouwd tot de AOW.

Slide 25 - Slide

pensioen via het kapitaal dekkingsstelsel

Slide 26 - Slide

Pensioensopbouw
AOW financiering via
Omslagstelsel, geld van de werkende generatie wordt overgeheveld naar de oudere generatie. Een voorbeeld hiervan is de AOW.


Slide 27 - Slide

Waarde- en welvaartsvast
  • Waardevast = uitkeringen stijgen evenveel met inflatie (PIC)

  • Welvaartsvast = uitkeringen stijgen evenveel als  het gemiddelde inkomen (NIC)

Slide 28 - Slide

aan de slag
ga verder met de praktische opdracht

Slide 29 - Slide