Woordenschat blz. 132 (deze woorden moet je in het Duits kunnen schrijven).
Woordenschat blz. 132-133 (deze woorden moet je van het Duits naar het Nederlands kennen - bijvoorbeeld: wat is "der Grund" in het Nederlands?)
Grammatica A + B blz. 114-119 + 133-134
Bereid je nu verder voor op het proefwerk. Komende maandag krijgen jullie een proeftoets.