Interbellum en economische malaise

• Geschiedenis
• Hoger onderwijs

Interbellum en 

economische malaise

Interbellum:

• 1919 - 1929: escapisme
• 1929 - 1939: economische malaise (crisis)

tussen hoop en wanhoop --> er komt iets aan --> 

President US

Premier Britse rijk

Frankrijk --> Duitsers zoveel mogelijk schaden 

=> tekenen van verdrag --> vragen om miserie

Mantelnote --> geen onderhandelingsruimte --> dictaat (opgelegd)

Dolksstootlegende: Karl Marx (jood) --> wereldorde te verstoren 

Polen: stuk Duitsland en Rusland (al eeuwen elkaars tegenstanders)

• Duitsers verliezen mijngebieden
• Russen moeten gebieden afstaan

Tsjechoslowakije: Tsjechië & Slovakije

Yugoslavia: Serviërs, Kroaten, Sloveniërs, Bosniërs 

Duitsers verliezen heel veel geld --> munt ontwaarden 

= hyperinflatie

gevolg: gebieden gaan bezetten, Duitse rijk zal dat niet willen (Hitler, Stalin)

O-H: Frans Joseph

D: Willem II --> Nederland

R: Tsaar Nicolas II, dynastie v/d Romanovs

Wat was een politieke impact van het Verdrag van Versailles?

1. Versterking van de positie van de Europese monarchieën.
2. Opkomst van extreem nationalisme in Duitsland.
3. Versterking van de Volkenbond als global governance-instituut.
4. Verspreiding van democratische idealen in Oost-Europa.

Welke territoriale verandering vond plaats als gevolg van het Verdrag van Versailles?

1. Polen kreeg extra grondgebied ten koste van Duitsland.
2. Duitsland verloor de Elzas-Lotharingen aan Frankrijk.
3. Frankrijk moest de controle over Marokko afstaan.
4. Oostenrijk kreeg delen van Tsjechoslowakije toegewezen.

Welk land was niet vertegenwoordigd bij de onderhandelingen van Versailles?

1. Italië.
2. Frankrijk.
3. Sovjet-Rusland.
4. Verenigd Koninkrijk.

Wat was een gevolg van het Verdrag van Versailles?

1. Er ontstond een nieuwe alliantie tussen Europese landen.
2. Duitsland moest enorme herstelbetalingen doen.
3. De Verenigde Staten kregen controle over Duitse industrieën.
4. Duitsland kreeg extra grondgebied toegekend.

Welk land verloor gebied aan Finland na Wereldoorlog I?

1. Rusland
2. Duitsland
3. Estland
4. Polen

Welk land kwam onder Brits mandaat na Wereldoorlog I?

1. Irak
2. Libanon
3. Jordanië
4. Syrië

de Olympische spelen --> ter compensatie

eerste vernederlandste universiteit (Gent)

= baken van vernederlandsing

tweede op de wereld: luchtvaartmaatschappij 

Coco Chanel --> sterke vrouwen

= garçonne

broeken dragen, haar kort snijden, jazz muziek 

mobiliteit --> auto's

rare feestjes --> vrijgevochten vrouwen

dansmarathons 

= ontvoogding van de vrouw

culturele invasie --> Engelse dominantie 

American Dream --> consumptiemaatschappij

= alles wordt gestandaardiseerd

Hollywood: droomfabriek --> happy ending (= pursuit of happiness)

Andere ethische code bij ons --> Verlichting 

Rudolph Valentino --> posterboys 

Gespleten land: prohibition of alcohol (dubbel moraal)

• grootste porno industrie
• verbod tegen drinken en roken 

fysieke humor: nog geen geluid

dubbele: humor en sociale (duistere kant)

Al Capone: alcohol smokkelen (maffia)

sportidolen 

Trans-Atlantische vlucht in één trek

Jazz-film: blanke zwart schilderen 

Americanisme (vanuit escapisme)

= American age --> nog altijd bezig

Rijkdom van Amerika --> niet alleen cultureel, maar ook economisch van groot belang

Henry Ford --> Fordisme 

= uitvinding lopende band

= tevredenheid van personeel --> cursussen inburgering --> zelfde taal, betere communicatie

Taylorisme: beroepsspecialisatie

Marketing: overtuigen --> massaproductie

Taylorisme: efficiënter, zo min mogelijk tijd verliezen (time is money)

• Productiespecialisatie --> bandenwerk 
• gevolg: vervreemding van product
• Grote winsten gingen naar de kapitalistische ondernemers (massaproductie --> compenseert kapitaal (goedkoper produceren) --> meer winsten)

kunst: Zeitgeist

minder portretten --> fotografie 

kunst --> industriële waarde (welvaart tonen)

Laisser-faire: geen interventie van de staat 

= maar één wet --> wet van vraag en aanbod, wet van de vrije markt

= bv. geen werkloosheidsuitkering

VS: from zero to hero

economische groei (hoogconjuctuur)

geld besteden aan aandelen --> kapitaal vergroten 

hoe meer winst een bedrijf maakt --> hoe meer dividend

afhankelijk van de winst van de bedrijven (hoogconjuctuur)

• minder winst --> minder uitkeren
• gevaar: onzekerheid --> massaal verkopen

bedrijven kleiner maken --> minder winst

mensen ontslagen --> aandelen + lening, maar geen job

= consumptie daalt

= winst bedrijf daalt

= snel verkopen --> dividend daalt

= schrikreactie --> verkopen

= banken vragen geld op van leningen 

Meltdown (Zwarte donderdag): 24 oktober 1929)

verdwijnen banken --> bedrijven kunnen niet meer lenen 

weinig vraag --> weinig handel

mensen vertrouwen het systeem niet meer --> onzekerheid

= ergens anders op zoek naar zekerheid

= America first, geen hulp meer in de heropbouw

= schulden opeisen van bv. Duitsland 

Wat was een gevolg van de Wall Street Crash voor de rest van de wereld?

1. Het leidde tot een sterke groei van de wereldeconomie
2. Het leidde tot een wereldwijde economische crisis
3. Het zorgde voor een periode van welvaart in Europa
4. Het had geen invloed buiten de Verenigde Staten

zonder dit --> geen WOII

Wat betekende de Wall Street Crash voor de Amerikaanse economie?

1. Het leidde tot een periode van hoge werkgelegenheid
2. Het leidde tot een sterke daling van de staatsschuld
3. Het leidde tot de Grote Depressie
4. Het zorgde voor een economische bloei

Welke president was aan de macht tijdens de Wall Street Crash?

1. Calvin Coolidge
2. Woodrow Wilson
3. Herbert Hoover
4. Franklin D. Roosevelt

Wat was het jaar waarin de Wall Street Crash plaatsvond?

1. 1918
2. 1945
3. 1932
4. 1929

Wat was de directe oorzaak van de Wall Street Crash?

1. Overmatige speculatie op de beurs
2. Te hoge belastingen
3. Daling van de olieprijzen
4. Sterke groei van de economie

democratische oplossing --> New Deal

= alles herverdelen

= als staat investeren in werkgelegenheid

Fascisme: autarkie (interne markt)

= alles buitensmijten wat niet van ons land is

bv. Franse wijn is landsverraad --> koop lokaal, investeer in uw eigen economie

= protectionisme

welvaartsstaat: 

• welvaart: rijkdom 
• welzijn: gezondheid 

= sociale zekerheid --> inkomen op pijl houden --> economie draaiende houden 

= afhankelijk van solidariteit (vs. etniciteit)

= degene die werken en bijdragen zorgen voor de andere (profiteren)

Communisme: planeconomie 

= plannen dat iedereen het zelfde krijgt

= best opbrengst in bepaalde gebieden 

= jobs gepland --> geen keuze

= geen aandelen, geen privéwinst --> staat herverdeeld 

Gevolg: corruptie 

ECB: waarde van euro

IMF: inflatie reguleren