This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 5: Licht
Slide 1 - Slide
Terugblik op vorige les
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je beschrijft enkele directe lichtbronnen met lichtbundels en je beschrijft indirecte lichtbronnen met diffuse terugkaatsing.
Je beschrijft met een constructietekening dat schaduw ontstaat als licht op een niet-transparant voorwerp valt en dat deze schaduw dezelfde vorm heeft als het voorwerp.
Je beschrijft hoe het spiegelbeeld van een voorwerp dat vóór een vlakke spiegel staat wordt getekend door gebruik te maken van de spiegelwet 'hoek van inval = hoek van terugkaatsing'.
Je beschrijft met tekeningen dat van een voorwerp dat vóór verschillende bolle lenzen staat verschillende beelden gevormd worden en vergelijkt dat met de werking van een accomoderende oog.
Je beschrijft dat als licht op een prisma valt het wordt gebroken in het spectrum van wit licht, vergelijkbaar met de kleuren van de regenboog.
Je beschrijft dat door het mengen van primaire lichtkleuren verschillende kleuren kunnen worden gemaakt.
Slide 4 - Slide
Welke lichtbronnen ken je al?
Slide 5 - Mind map
Natuurlijke lichtbronnen
Slide 6 - Slide
Kunstmatige lichtbronnen
Slide 7 - Slide
Lichtbronnen
Directe lichtbron: straalt zelf licht uit
Indirecte lichtbron: weerkaatst het licht van een andere lichtbron
Schaduw: op plek waar licht niet kan komen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat is een voorbeeld van een natuurlijke lichtbron?
A
Telefoon
B
Bliksem
C
Gloeilamp
D
Warmtelamp
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Breking
Breking: lichtstralen gaan in andere richting verder
Gebeurt tussen twee verschillende stoffen
Slide 13 - Slide
Spiegelwet
Spiegelwet: hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing