H3B 18-11 lesson 2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welcome H3C

Get your laptop or a piece of paper. 

You will get 5 minutes to write. Start your story with 'It was a dark and stormy night'

What are you going to do?

- Grammar --> The Future

- Work on your homework

Goals

After this lesson, the students know which future tense to use

The Future - Present Simple

GEBRUIK JE ALLEEN ALS IETS VOLGENS EEN SCHEMA GEBEURD, THAT'S IT!

Voorbeeld:
The bus leaves at 9 AM.

The guided tours start in front of the shop at noon.

John...work at 10:00

1. start
2. started
3. starts

John starts work at 10:00

Volgens een schema, begint hij om 10 uur met werken

The planes..at midnight

1. left
2. leave
3. leaves

The planes leave at midnight.

Vliegtuigen vliegen ook altijd volgens een schema

The Future - Present Continuous

Als je zeker weet dat iets in de toekomst gaat gebeuren, door bijvoorbeeld een planning.

(am/ are/ is + werkwoord + ing) 

VB: We are seeing that movie tomorrow.

 

Niko...this evening with his family

1. are spending
2. is spending
3. will be spending

Niko is spending this evening with his family.

Het is gepland dat niko de avond met zijn familie doorbrengt en dit gaat vrijwel zeker door.

John and Samantha ... married tomorrow.

1. get
2. are getting
3. will be going to

John and Samantha are getting married tomorrow.

Dit is al heel lang van te voren gepland en het zou heel gek zijn, omdat het iets groots is, als het niet door zou gaan.

The Future - to be + going to + hele WW

Als er een plan was VOOR het gesprek

voorspelling d.m.v. een aanwijzing

VB: He is going to write a book this summer.

As soon as the lock down is lifted, I am going to visit the movies.

When we're in Australia we ... Melbourne.

1. will be visiting
2. are going to be visiting
3. are going to visit

When we're in Australia, we are going to visit Melbourne

Dit was je al van plan, voordat je het met iemand had over Australië. Je hebt je reis al gepland, nu heb je het erover.

George ... his friend from the past

1. sees
2. is seeing
3. is going to see

George is going to see his friend from the past

Dit plan was er al. Hij heeft de afspraak met de vriend al gemaakt, voordat hij het er nu over heeft.

The Future - Will/ Shall

Plan TIJDENS het gesprek

voorspelling d.m.v. mening/onzekerheid

Bij spontaan aanbod, beloftes, weigeren, verzoeken, voorstellen

Feiten, herhaaldelijke gewoontes

Shall gebruik je in vraagzinnen met I en we.

VB: Shall we go to the store?

... we ... to the store now?

1. Shall we go
2. Are we going
3. Do we go

Shall we go to the store?

Spontaan verzoek

I ... the door for you

1. am going to get
2. am getting
3. will get

I will get the door for you

spontaan aanbod

Do your homework!

3.2 Exercise 7, 8 & 10

wat kan ik doen om de les op donderdag middag beter te laten verlopen?

Homework 

Do exercise 7,8,10

Next lesson, we are going to practice writing again and hopefully you will be able to see your test!