TREDE 3 -> woordenschat (leenwoorden)

Leenwoorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leenwoorden

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Wat zijn leenwoorden? 
Uit welke talen komen onze leenwoorden?



Slide 2 - Slide

Welke leenwoorden gebruik jij?

Slide 3 - Mind map

Leenwoorden
In de straattaal zien we veel nieuwe woorden, maar ook veel woorden die we uit andere talen halen. We noemen die woorden leenwoorden.

Ook in onze standaardtaal gebruiken we leenwoorden.
Is dit nieuw? 
Is dit typisch Nederlands?

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Welke woorden uit het
Engels gebruiken wij?

Slide 6 - Mind map

Welk woord is een leenwoord?

A
toetje
B
cadeau
C
vlieg
D
vijgen

Slide 7 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een leenwoord uit het Frans?
A
patat {of friet :-)}
B
cadeau
C
management
D
marketing

Slide 8 - Quiz

welk woord is een leenwoord?
A
winkel
B
afbeelding
C
ambulance

Slide 9 - Quiz

Welk woord is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
mantel
D
raam

Slide 10 - Quiz

welke woorden zijn leenwoorden?
A
champignon
B
cijfer
C
bureau
D
tafel

Slide 11 - Quiz

Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen

Slide 12 - Quiz

Welk woord is een leenwoord?

A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel

Slide 13 - Quiz

Hoe zit dat met het Arabisch?

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Taalpuristen
Taalpuristen willen hun taal puur houden. Er mag zo min mogelijk invloed van buitenaf de taal verloederen, zoals Engelse woorden of straattaal.

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Maak een leenwoordenblad


Je maakt samen met je buur een blad met verschillende leenwoorden.

Je gebruikt minimaal 4 landen 

Slide 18 - Slide

Wat heb je deze les geleerd, wat je nog niet wist?

Slide 19 - Open question