What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
GL 3H CH1 gram D - 3
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:
een zelfstandig naamwoord
een werkwoord
een ander bijwoord
een ander bijvoeglijk naamwoord
1 / 18
next
Slide 1:
Drag question
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:
een zelfstandig naamwoord
een werkwoord
een ander bijwoord
een ander bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Drag question
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans: (algemene regel)
A
achter het zelfstandig nw
B
voor het zelfstandig nw
Slide 2 - Quiz
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans is ACHTER het zelfstandig naamwoord behalve bij de woorden hieronder:
bon, beau, grand, nouveau, petit, vieux
Slide 3 - Slide
komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?
VOOR
ACHTER
adorable
néerlandais
bon
grand
facile
beau
noir
Slide 4 - Drag question
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands
Slide 5 - Drag question
De uitgangen van het bijvoeglijke naamwoord
Mannelijk meervoud
Vrouwelijk enkelvoud
Mannelijk enkelvoud
Vrouwelijk meervoud
+ s
+ niks
+ es
+e
Slide 6 - Drag question
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: bleu?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.
Slide 7 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: rouge?
A
Il porte une jupe rougee.
B
Il porte une jupe rouge.
C
Il porte une jupe rouges.
D
Il porte une jupe roug.
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: gris?
A
Il porte une chemise gris.
B
Il porte une chemise grisse.
C
Il porte une chemise grise.
D
Il porte une chemise griss
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: grand?
A
Elle est une grand fille
B
Il a une grandes voiture
C
Elle a une grande chambre
Slide 10 - Quiz
wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: heureux?
A
Monique est très heureux
B
Monique est très heureus
C
Monique est très heureuse
D
Monique est très heureuxs
Slide 11 - Quiz
Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte les chaussures verts.
B
Elle porte les chaussures vert.
C
Elle porte les chaussures verte.
D
Elle porte les chaussures vertes.
Slide 12 - Quiz
op welke plaats komt het bijvoeglijk naamwoord? voor of achter het zelfstandig naamwoord?
une fille (grande)
A
voor
B
achter
Slide 13 - Quiz
op welke plaats komt het bijvoeglijk naamwoord? voor of achter het zelfstandig naamwoord?
un ami (nouvel)
A
voor
B
achter
Slide 14 - Quiz
op welke plaats komt het bijvoeglijk naamwoord? voor of achter het zelfstandig naamwoord?
une maison (moderne)
A
voor
B
achter
Slide 15 - Quiz
op welke plaats komt het bijvoeglijk naamwoord? voor of achter het zelfstandig naamwoord?
un pantalon (bleu)
A
voor
B
achter
Slide 16 - Quiz
Vorm: Algemene regel
Als het bn eindigt op
Man. enk
Vrouw. enk
Mmv
Vmv
e
-
-
+s
+s
s
-
+e
-
+es
x
-
==> se
-
==> ses
andere letters
-
+e
+s
+es
Slide 17 - Slide
Noem bijvoeglijke naamwoorden in het Frans die je al kent.
Slide 18 - Mind map
More lessons like this
Bijvoeglijk naamwoord
4 days ago
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord
8 days ago
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord
21 days ago
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord
4 days ago
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 20/11/2024
5 days ago
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 20/11/2024
7 days ago
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
V2 20/11/2024
7 days ago
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
week 4 klas a2a
February 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2