2M Unit 4 Past Simple irregular verbs gerund and demonstrative pronouns

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welcome 2M4

Grammar lesson

Past Simple

Irregular verbs

Gerund

This that these those

Watch the next clip carefully...

Answer the following question on the piece of paper.

How many regular verbs do you see in the clip?

Vul minimaal vijf regelmatige werkwoorden in (past simple).

What does, 'did you pass?' mean...

1. Ben je gepasseerd?
2. Heb je het gepast?
3. Ben je geslaagd?
4. Ben je niet geslaagd?

Kies de zin die in de verleden tijd staat...

1. He walks across the street
2. He has walked across the street
3. He is walking across the street
4. He walked across the street

Wat gebeurde er de tweede keer toen de jongen afreed?

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?

1. hele ww+ - ed of irregular verb
2. shit = hele ww+-s
3. vorm van to be + hele ww+ -ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Watch the clip carefully...

How many irregular verbs do you hear? Write them down on the piece of paper.

Wat is de verleden tijd van 'take'...

1. taken
2. taked
3. takes
4. took

Wat is de verleden tijd van het werkwoord 'to be'...

1. am/are/is
2. was/were
3. am going
4. been

Vertaal de volgende zin:
Ik hoorde gisteren een raar verhaal (story)...

 regular verbs

irregular verbs

swim

walk

drink

cook

give

have

see

catch

call

put

IRREGULAR VERBS 

1.buy

2.give

3.make

4.sing

5.take

6.eat

7. lose

bought

lost

sang

gave

made

took

ate

In welk land speelt deze video zich af?

1. Frankrijk
2. Engeland
3. Duitsland
4. Nederland

Wat klopt er niet aan het filmpje?

Gerund 

Wat wordt er bedoelt met de vorige slide? (Noun is trouwens een zelfstandig naamwoord)

1. Het gaat over de present continuous
2. Het is één van de grammatica regels van de gerund
3. Er wordt uitgelegd wat een zelfstandig naamwoord is
4. Geen van de antwoorden is juist

Een goede gerund is

1. We are eating right now
2. I love eating outside

Selecteer de gerund

1. I like running.
2. I can run very fast.
3. James isn't a fast runner.
4. She is running the marathon.

Een voorbeeld van een gerund is

1. I am thinking of helping him.
2. I am helping him move

De regel van de gerund is....

1. ww+ -ing
2. ww+-ed
3. ww+-s
4. vorm van to be

Ik had op het bord vier groepen van werkwoorden gemaakt. Met verschillende tekentjes. Een hartje was er eentje van. Wat bedoel ik daarmee?

Wat heeft de gerund niet, wat de present continuous wel heeft?

Achter welke werkwoorden mag je een Gerund (ww + ing) gebruiken?

Gerund

Geen gerund

like

start

plan

walk

learn

hate

finish

promise

prefer

show

love

stop

Almost done...

The last item is about...

What are the demonstrative pronouns (aanwijzend voornaamwoorden)?

1. this, there, that, those
2. this, that, these, those
3. here, there, where
4. that, then, this

Kies de juiste demonstrative pronoun:

I like ... jumper over here.

1. this
2. that
3. these
4. those

Kies de juiste demonstrative pronoun
........... jackets over there are blue.

1. This
2. that
3. these
4. those

	Dichtbij	Verder Weg
Enkelvoud
Meervoud

Complete the table using the correct demonstrative pronouns

this

that

these

those

Ik snap alle grammatica onderdelen die er vandaag besproken zijn...

😒🙁😐🙂😃