This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welcome to today's English lesson!
With Ms Frijns
Slide 1 - Slide
By the end of this lesson, you...
...know what personal pronouns are.
...know how to use personal pronouns.
...have practiced with the personal pronouns.
...have practiced with Vocabulary 1.1
Slide 2 - Slide
Table of Contents
Grammar explanation: personal pronouns.
Blooket
Work by yourself.
Slide 3 - Slide
Personal Pronouns?
Slide 4 - Slide
Look at the text
Hi! My name is Hulk. I have a sister. She is even stronger than I am. I have a few good friends. They are all superheroes too! We save the world together. One of my friends is Thor. He is strong too. You can watch us in movies, because I am also a superstar! It is all very cool.
Slide 5 - Slide
Look at the text
Hi! My name is Hulk. I have a sister. She is even stronger than I am. I have a few good friends. They are all superheroes too! We save the world together. One of my friends is Thor. He is strong too. You can watch us in movies, because I am also a superstar! It is all very cool.
Slide 6 - Slide
Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar mensen, dieren of dingen.
I am Bart. He has a sister. She has a dog. It is very cute.
Slide 7 - Slide
Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar mensen, dieren of dingen.
I am Bart. He has a sister. She has a dog. It is very cute.
Slide 8 - Slide
Rijtje 1
I =
You =
He =
She =
It =
We =
You =
They =
Rijtje 2
Me =
You =
Him =
Her =
It =
Us =
You =
Them =
Slide 9 - Slide
Rijtje 1
I = Ik
You = Jij
He = Hij
She = Zij
It = Het
We = Wij
You = Jullie
They = Zij
Rijtje 2
Me =
You =
Him =
Her =
It =
Us =
You =
Them =
Slide 10 - Slide
Rijtje 1
I = Ik
You = Jij
He = Hij
She = Zij
It = Het
We = Wij
You = Jullie
They = Zij
Rijtje 2
Me = Mij
You = Jou
Him = Hem
Her = Haar
It = Het
Us = Ons
You = Jullie
Them = Hen
Slide 11 - Slide
Voorbeelden
He bought her a ring.
They see him in the theatre.
We gave it to them.
Slide 12 - Slide
Wanneer gebruik je Rijtje 1?
Je gebruikt rijtje 1 als het het onderwerp van de zin is.
Paul is old.
Michael and Jordan play games.
Slide 13 - Slide
Wanneer gebruik je Rijtje 1?
Je gebruikt rijtje 1 als het het onderwerp van de zin is.
Paul is old.
He is old.
Michael and Jordan play games.
Slide 14 - Slide
Wanneer gebruik je Rijtje 1?
Je gebruikt rijtje 1 als het het onderwerp van de zin is.
Paul is old.
He is old.
Michael and Jordan play games.
They play games.
Slide 15 - Slide
Wanneer gebruiken we Rijtje 2?
Je gebruikt rijtje 2 als het geen onderwerp van de zin is.
They see Lara in the theatre.
She speaks to Caleb.
Jorah gave the plants
Slide 16 - Slide
Wanneer gebruiken we Rijtje 2?
Je gebruikt rijtje 2 als het geen onderwerp van de zin is.
They see Lara in the theatre.
She speaks to Caleb.
She speaks to him.
Jorah gave the plant to his mother.
Slide 17 - Slide
Wanneer gebruiken we Rijtje 2?
Je gebruikt rijtje 2 als het geen onderwerp van de zin is.
They see Lara in the theatre.
She speaks to Caleb.
She speaks to him.
Jorah gave the plant to his mother.
He gave it to her.
Slide 18 - Slide
Let's practice!
Slide 19 - Slide
Rijtje 1 (onderwerpen)
Rijtje 2 (geen onderwerpen)
He
Him
Her
It
She
I
You
You (mv)
Us
We
Them
Slide 20 - Drag question
Verander het onderstreepte stukje van de zin.
Peter and Andrew went to the game.
A
They
B
Them
C
He
D
It
Slide 21 - Quiz
Verander het onderstreepte stukje van de zin.
Sarah plays with her dog.
A
They
B
I
C
She
D
Us
Slide 22 - Quiz
Verander het onderstreepte stukje van de zin.
The giraffe ate from the tree.
A
It
B
Them
C
Her
D
You
Slide 23 - Quiz
Verander het onderstreepte stukje van de zin.
Lola said to Carl that she likes him.
A
She
B
Them
C
Him
D
Us
Slide 24 - Quiz
Verander het onderstreepte stukje van de zin.
The butterfly sits on the flower.
A
It
B
Her
C
They
D
Them
Slide 25 - Quiz
Verander het onderstreepte stukje van de zin.
Walter asked Jesse about Jane.
A
He, Her, Them
B
I, Him, Her
C
Him, He, Her
D
He, Him, Her
Slide 26 - Quiz
Blooket
Go to Blooket.com
Fill in the Game PIN
Fill in your own name
Let's play!
Slide 27 - Slide
Over to you...
Go to Cloudwise --> New Interface
Homework for tomorrow (20-09 4e uur):
Unit 1, Lesson 1, Grammar exercise 8 & 9
Homework for next week (26-03 3e uur):
Study vocabulary 1.2
Done?
Make: Unit 1, Lesson 1, practice more: Vocabulary & grammar.