42-1

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Oortjes & telefoon buiten lokaal.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Oortjes & telefoon buiten lokaal.

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Info
  • Samenvatting nabespreken
  • Uitleg 
  • ZS: Opdrachten maken
  • Vragen?
  • Verder werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide



Info
Samenvatting maken.
Hoe is het gegaan?

Was het moeilijk?

Waarom moesten jullie dit doen?
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide



Info
Vandaag nog eens naar spelling kijken.
Eerst werkwoorden en leenwerkwoorden Engels.

Daarna wil ik vraaggestuurd werken.
Je maakt opdrachten uit boek. 
Vragen? Ik leg uit.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Werkwoordspelling

Engelse leenwerkwoorden

Slide 5 - Slide

Lesdoelen

Werkwoordspelling:

- Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd goed spellen.

- Je kunt het voltooid deelwoord en het bijvoeglijk naamwoord afgeleid van het voltooid deelwoord goed spellen.

- Je kunt Engelse leenwerkwoorden goed vervoegen.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Welke Engelse werkwoorden ken je?

Slide 8 - Open question

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 9 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel op de uitspraak.

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Spelling Engelse werkwoorden
Bij werkwoorden die uit het Engels komen, gebruik je de Nederlandse regels voor spelling.

joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

Slide 12 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste klank.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t.

racen - ik race - hij racet - hij racete - hij heeft geracet
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht

Slide 13 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft.
paintballen- ik paintball- hij paintballt- hij paintballde- hij heeft gepaintballd

grillen- ik gril- hij grilt- hij grilde- hij heeft gegrild
stressen - ik stres - hij strest - hij streste - hij is gestrest

Slide 14 - Slide



Blok 6
Je gaat nu aan de slag met Blok 6. 
Je maakt zelf de opdrachten.
Hebben jullie nu al vragen?

Vragen tijdens het werken? Stel ze! :-)
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 15 - Slide



Opdrachten
Maak Blok 6, deel 1.
Opdr. 1 t/m 12.

Vragen? Stel ze.

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 16 - Slide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.

Maak Blok 6, deel 1.
Opdr. 1 t/m 12.
Klaar? Maak vast Blok 1, Schrijven, opdr. 1 & 2.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 17 - Slide

Afsluiting
Huiswerk: 
Maak Blok 6, deel 1.
Opdr. 1 t/m 12.
Denk ook aan boeken lezen!

Slide 18 - Slide