Hoofdstuk 4.1

1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
- Studieplanner doornemen periode 2
- Themaweek evalueren 
- Uitleg hoofdstuk 4 paragraaf 1
- Samen maken rekenopdrachten: 
* opdracht 6 blz. 108
* opdracht 8 blz. 108
- Deze week huiswerk hoofdstuk 4 t/m paragraaf 2 af

Slide 2 - Slide

Studieplanner

Slide 3 - Slide

Hoe vond je de themaweek opdracht?
Denk hierbij aan de moeilijkheidsgraad
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Slide

Wat voor werk doe jij?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Waarom werk jij?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De bakker behoord tot de productieSECTOR:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 12 - Quiz

De aardappelboer behoord tot de productiesector:
A
Quartaire sector
B
Primaire sector
C
Tertiaire sector
D
Secundaire sector

Slide 13 - Quiz

Wat is arbeidsverdeling?
A
Iedereen doet zijn werk waar hij/zij goed in is.
B
Werk wordt verdeeld, zodat je de dingen die je lastig vindt kunt leren
C
Werk wordt verdeeld over verschillende landen.
D
Iedere maand verander je van werkzaamheden.

Slide 14 - Quiz

Welke arbeidsmotieven zijn er? Waarom mensen werken.
A
Nieuwe dingen leren en jezelf ontwikkelen
B
Contact met collega's
C
Regelmaat in je leven
D
Van de straat zijn

Slide 15 - Quiz

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
De afspraken tussen een werknemer en een werkgever.
B
Een document waarin de afspraken tussen een werknemer en een werkgever staan
C
Een uitleg over hoe je arbeid moet verrichten.
D
Een gesprek tussen de werknemer en werkgever over functie, loon en vakantiedagen.

Slide 16 - Quiz

Wat heb je aan de CAO?
A
Heb er helemaal niets aan
B
Zonder cao heb je alleen de minimale bescherming van de wet
C
Wanneer een arbeidsovereenkomst iets bepaalt wat de cao niet toelaat, gaat de cao voor.
D
Een arbeidsovereenkomst geldt alleen voor jou. Een cao geldt voor een hele sector of bedrijf.

Slide 17 - Quiz