What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Leidinggeven
Wat voor een soort organisatiestructuur is dit
A
lijnorganisatie
B
lijn-staf organisatie
C
ententestructuur
1 / 15
next
Slide 1:
Quiz
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat voor een soort organisatiestructuur is dit
A
lijnorganisatie
B
lijn-staf organisatie
C
ententestructuur
Slide 1 - Quiz
De organisatiestructuur is:
A
De opbouw of indeling van de organisatie
B
Opbouw, samenstelling van de organisatie
Slide 2 - Quiz
Wat is de voornaamste functie van een organisatiestructuur?
A
Het in kaart brengen van de werkzaamheden
B
Het regelen van hoe er gecommuniceerd wordt
C
Het zorgen voor duidelijkheid
D
Geen van de drie opties
Slide 3 - Quiz
Waar is de organisatiestructuur het grootst?
A
Sportvereniging
B
School
C
Olympische spelen
D
brei club
Slide 4 - Quiz
Bonusvraag: Hoe wordt de organisatiestructuur vastgelegd?
A
In de CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)
B
In je arbeidsovereenkomst
C
In een organogram
D
In het functieprofiel
Slide 5 - Quiz
Wat is de span of control van een manager?
Slide 6 - Open question
Wat is het verschil tussen scope en span of control?
Slide 7 - Open question
organisatiestructuur kan je onderverdelen in:
A
platte organisatie en steile organisatie
B
steile organisatie en matrixorganisatie
C
lijn organisatie en platte organisatie
Slide 8 - Quiz
Organisatiestructuur
Een organisatiestructuur is de verdeling tussen
taken
,
bevoegdheden
en
verantwoordelijkheden
tussen personen en afdelingen.
Slide 9 - Slide
Visie, Missie en strategie
Slide 10 - Slide
Organisatiestructuur naar afdeling
Organisatiestructuur naar functie
Slide 11 - Slide
Welke doelstelling is SMART?
A
Verhoging van de naamsbekendheid binnen 3 maanden
B
Verhoging van de naamsbekendheid met 5%
C
Verhoging van het aantal sitebezoekers met 5% in 3 maanden
D
Verhoging van het aantal sitebezoekers in 2 maanden
Slide 12 - Quiz
Waar staat 'smart' voor in 'smart doelstelling'?
A
Stipt, materialistisch, acceptabel, ruim, tijdsgebonden
B
Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden
C
Specifiek, meetbaar, affect, rap, tijdsgebonden
D
Symbolisch, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden
Slide 13 - Quiz
Welke doelstelling is niet SMART geformuleerd?
A
Volgend jaar moet de JAM 6 nieuwe klanten binnenhalen.
B
Volgend jaar moet de klanttevredenheid toenemen.
C
Over 5 jaar moet het marktaandeel 20% zijn.
D
De JAM moet bij klant X 10% extra omzet halen.
Slide 14 - Quiz
SMART-Doelstellingen:
Hoe moet je een SMART-Doelstelling opschrijven?
A
Achter elke letter van het woord SMART komt een nieuwe doelstelling.
B
Alle letters vormen één zin die samen een doelstelling maken
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Kwaliteitszorg Thema 2 les 2
September 2024
- Lesson with
18 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Week 2 beleid en organisatiestructuur
May 2023
- Lesson with
24 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Kwaliteitszorg Thema 2 les 2
March 2024
- Lesson with
21 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
ALA2B organisatie,beleid, missie en visie
April 2023
- Lesson with
12 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Hst. 1: Organisatievormen - en structuren
March 2021
- Lesson with
22 slides
Logistiek
MBO
Studiejaar 2
Managementlagen en Organisatiestructuren (1 t/m 7)
June 2024
- Lesson with
24 slides
Retail
MBO
Studiejaar 2
Kwaliteitszorg H3
June 2021
- Lesson with
19 slides
Kwaliteit en deskundigheid
MBO
Studiejaar 2
Week 2 beleid en organisatiestructuur
November 2023
- Lesson with
23 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2